Als de corona-pandemie één ding heel duidelijk maakt, is dat wij allemaal – wereldwijd – met elkaar verbonden zijn. Zelfs plekken die voorheen zo goed als afgesloten waren van de buitenwereld zijn door toenemende ontbossing bereikbaar geworden, met alle risico’s van dien. Want met het openbreken van het bos komen we in contact met ziektes die voorheen in het bos besloten bleven. En we brengen ziektes diep het bos in. 

Het verband tussen nieuwe ziektes en ontbossing

Wetenschappers leggen al langer het verband tussen het ontstaan van nieuwe ziektes en ontbossing. Het merendeel van de nieuwe ziektes ontstaat als een virus overspringt van dier op mens (zoönose), zoals ook het COVID-19 virus. Hoe verder we het bos open gooien, hoe groter de kans dat een onbekend virus van dier naar mens overgaat. Mensen trekken de voorheen ongerepte natuur in en dieren komen het bos uit richting de mensenwereld. Het VN-milieuprogramma UNEP wijst erop dat de coronapandemie ons laat inzien dat we écht anders met onze natuur moeten omgaan om de kans op zulke gezondheidscrises te verkleinen.

Risico’s voor Inheemse groepen

Het openbreken van het woud zorgt ook voor problemen ín het bos: de afgelopen eeuwen werden inheemse groepen die voor het eerst in contact kwamen met niet-Inheemse mensen regelmatig dodelijk getroffen door voor hen onbekende ziektes. Want wat voor een ontdekkingsreiziger een verkoudheidje is, kan voor een Inheemse groep zonder antistoffen een doodsvonnis betekenen.

Dit overkwam ook de Karipuna, een Inheemse bevolking in de Amazone met wie wij samenwerken tegen ontbossing en houtkappers die hun gebied vernielen. De niet-Inheemse mensen die in de jaren zeventig voor het eerst contact zochten met de Karipuna, brachten onbedoeld ook verschillende epidemische ziektes met zich mee. De situatie werd zo ernstig dat begin jaren tachtig nog slechts vier personen van de Karipuna-bevolking in leven waren. Om zulke rampen met het coronavirus te voorkomen, heeft Greenpeace alle bezoeken aan Inheemse gebieden stopgezet.

Thuiswerken? Niet de houthakkers

De meeste Inheemse groepen hebben zichzelf al in isolatie geplaatst om de risico’s op besmetting te vermijden. Helaas is de eerste coronabesmetting bij een Inheemse vrouw bij de grens met Colombia vastgesteld. Ook blijven de houthakkers en goudzoekers het bos intrekken. Het is een reëel risico dat zij het virus meenemen en in het bos verspreiden. APIB, de koepelorganisatie voor Inheemse groepen in Brazilië, roept de eigen regering op om hen extra te beschermen tegen het coronavirus.

Anti-milieuagenda

De kans dat aan deze oproep gehoor wordt gegeven, is klein. Sinds het aantreden van regering-Bolsonaro begin 2019 is het stelselmatig bezig het Amazonewoud verder open te stellen voor economische exploitatie. De ontbossing neemt zienderogen toe, met als dieptepunt de bosbranden vorig jaar. Dat met verregaande ontbossing het woud zal opdrogen en daarmee de hele regio, wat gigantische gevolgen zal hebben voor de Braziliaanse economie op langere termijn – speelt in dit beleid geen rol. Snelle winsten gaan bij de huidige Braziliaanse president boven een duurzame toekomst voor ons allemaal.  

Actievoeren (met sociale afstand)

Wetenschappers waarschuwen dat ontbossing nú moet stoppen om de wereldwijde klimaat- en natuurcrisis het hoofd te bieden. Daar is nu dus een extra reden bijgekomen: de vernietiging van de natuur is volgens het internationale wetenschappelijke platform IPBES de onderliggende crisis achter de coronaviruscrisis.

Daarom gaan wij – met gepaste sociale afstand – door met actievoeren om de Amazone en andere cruciale natuurgebieden wereldwijd te beschermen tegen hebzucht. Zo pleiten we voor een Europese bossenwet, die bedrijven moet verplichten om geen producten meer te verkopen die elders leiden tot ontbossing. Ook jij kunt meedoen, bijvoorbeeld door je stem te laten horen. We delen met z’n allen deze planeet; laten we daarop – en op elkaar – zuinig zijn. Stay safe!

Doe mee