Waduwabati Suyá en Alberto Terena reisden meer dan drie dagen van hun dorp in de Amazone van Brazilië naar Nederland. ‘Wij zijn hier om jullie hulp te vragen. Ons lijden wordt veroorzaakt door jullie producten waarvoor soja nodig is. We moeten samenwerken om de ontbossing en het geweld te stoppen.’
In de Greenpeace-loods in Amsterdam-Noord zitten twee vermoeide mannen aan een tafel. De een heeft een kleurige verentooi op zijn hoofd, bij de ander is die over zijn schouders gedrapeerd. Terwijl zij vertellen wat de Braziliaanse soja-expansie voor óns veevoer aanricht, worden op de achtergrond de laatste voorbereidingen getroffen voor een Greenpeace-actie ter ondersteuning van hun strijd.
Mijn vader zei: “Nu komt de soja”
De diepe frons wijkt gedurende het gesprek nauwelijks van Waduwabati Suyá’s gezicht. Hij maakt zich grote zorgen over zijn volk, de Kisêdjê, en over alle inheemse volken in Brazilië. Brazilië is immers het land waar een president aan de macht is die voor zijn verkiezing al riep dat hij inheemse volken geen centimeter grond zou toestaan. En die, nadat hij met grote meerderheid was gekozen door een bevolking die daar nu spijt van heeft, zichzelf corrigeerde: ‘Ik geef geen millimeter grond aan inheemse volken’.
Waduwabati, zoon van de leider van de Kisêdjê, weet wat de gevolgen van die uitspraak zijn. Sojaboeren, veeboeren en mijnbouwbedrijven zagen Bolsonaro’s verkiezing terecht als een aanmoediging om met nóg meer geweld nóg meer land van inheemse volken in te pikken. De Kisêdjê zijn strijders, die eind jaren 90 met succes vochten voor hun landrechten en zich nu verzetten tegen de grote boeren. Maar die strijd wordt steeds moeilijker. ‘Ook Xingu, het uitgestrekte nationaal park waarin mijn volk leeft, wordt omringd door grote soja- en veeboeren die onophoudelijk proberen hun grondgebied uit te breiden. Toen de steenrijke sojaproducent Blairo Maggi hier in Mato Grosso gouverneur werd, zei mijn vader: “Nu komt de soja.” En inderdaad, de grote veeboeren stapten over op soja en er kwamen nog meer sojaboeren bij. Nu moeten we zelfs de rivier op de grens van ons land opnieuw bevechten op illegale vissers die onze vis komen stelen.’
Met lede ogen zag Waduwabati aan hoe niet alleen zijn regenwoud in de Amwerd opgeofferd voor de nietsontziende landbouwexpansie. De soja vreet zich al jarenlang ook razendsnel een weg door de meest biodiverse savanne ter wereld, de Braziliaanse Cerrado. Daar woont Alberto Terena, die samen met Waduwabati naar Nederland kwam. Alberto is docent en coördinator van APIB, de koepelorganisatie van Braziliaanse inheemse volken, en leider van de Terena. ‘Mijn volk leeft verspreid over de Cerrado en de Pantanal, het grootste moerasgebied ter wereld. Ook daar is de dreiging van de oprukkende landbouw groot: elk jaar woeden er meer branden die zijn aangestoken door grote veeboeren.’
‘EU-leiders weten toch wat in onze bossen in de Amazone gebeurt?’
Alberto ziet net als Waduwabati de landbouwexpansie als de grootste bedreiging voor zijn volk. ‘De regering stimuleert de sojateelt sterk en dat merken wij hier direct. Grote sojaboeren rukken overal op en verwoesten alle natuur voor hun plantages. De helft van de Cerrado is al verdwenen! Dieren als de jaguar en de zeldzame manenwolf moeten het doen met een steeds kleiner leefgebied. Ons land wordt ingepikt, onze rivieren en waterbronnen drogen op en raken zwaar vervuild met landbouwgif.’
Sojaboeren moeten hun gewassen eigenlijk vanaf tractoren bespuiten, maar ze gebruiken vaak vliegtuigjes die het gif tot in de wijde omtrek verspreiden. Ook op de grond, in de rivieren en de dorpen van de Kisêdjê en de Terena. ‘Ik wil dat onze kinderen gezond zijn, dat ons voedsel gezond is en dat onze rivieren schoon zijn’, zegt Alberto. ‘Daarom zijn we hier. We hebben jullie hulp nodig.’
Moord en doodslag om soja
Geweld, moord en doodslag rukken mét de soja op in de Cerrado. Kleine (inheemse) boeren worden bedreigd en beschoten door gewapende bewakers in dienst van de sojaboeren. ‘In 2019 was ik ook in Nederland’, brengt Alberto in herinnering. ‘Samen met Sonia Gujajara en tien andere inheemse leiders. We kregen toen het afschuwelijke bericht dat Paulo Paulino Gujajara was vermoord. Vlak daarna werden nog twee van onze leiders doodgeschoten. Onze delegatie waarschuwde de EU voor de misdaden die in onze gebieden plaatsvinden. Maar er is niets veranderd. Kortgeleden is bij de Yanomami een 12-jarig meisje doodgeschoten en een kind van 4 jaar verdronken door illegale goudzoekers. Het hele dorp is afgebrand en we weten niet waar de bewoners zijn. De Braziliaanse overheid doet niets om dit te voorkomen. Sterker nog: ze moedigt het geweld aan.’
‘EU stop de natuurvernietiging’
Wekenlang was het 225 meter lange bulkschip Crimson Ace onderweg van Paranagua in Brazilië naar de haven van Amsterdam. Volgeladen met 60 miljoen kilo soja zou dit gevaarte Nederlandse en Europese veevoederbedrijven opnieuw voorzien van hun goedkope ingrediënt. Nou, dat dachten we dus niet. Greenpeace-actievoerders kwamen uit heel Europa om de sluis bij IJmuiden te blokkeren met een enorm spandoek: ‘EU Stop de natuurvernietiging nu!’ Elke klimmer hield bovendien een spandoek in de eigen taal vast met dezelfde boodschap. En in het water dreef een enorme kubus met daarop de namen van meer dan 10.000 supporters die zo samen met ons actievoerden. Ook Waduwabati en Alberto voeren mee in de Greenpeace-zeilboot Beluga: ‘Wij steunen deze actie. Greenpeace is onze bondgenoot, wij zijn erg blij met jullie als partner. Samen beschermen we de levens van onze mensen.’
‘Het Braziliaanse overheidsbeleid is erop gericht om ons inheemse volken te vernietigen’, stelt Waduwabati. ‘Hoe kán de EU er dan in haar Bossenwet van uitgaan dat de Braziliaanse overheid onze mensenrechten wel zal respecteren? EU-leiders weten toch wat er in onze bossen gebeurt?’ Alberto begrijpt ook niet dat de Cerrado en de Pantanal, die enorme unieke savanne en het aangrenzende moerasgebied, nog niet beschermd worden door de Bossenwet. ‘De wereld heeft deze natuur toch harder nodig dan ooit?’
Nederland belangrijkste importeur soja
Natuurlijk weten de twee inheemse leiders dat een groot deel van de Braziliaanse soja naar Europa wordt verscheept. Ook daarom zijn ze hier. ‘Nederland is de belangrijkste importeur van soja in de EU, jullie havens zijn de poort naar de rest van Europa. En daarvan belandt 85% in veevoer! De grond van onze voorvaderen, onze eeuwenoude bomen, onze akkers en onze cultuur… dat gaat allemaal tegen de vlakte voor veevoer?! Dat is bijna niet te bevatten.’
Waduwabati en Alberto gaan daarover ook met Nederlandse en Europese besluitvormers praten. Hoe kan het dat in de havens van Amsterdam en Rotterdam vorig jaar maar liefst 6,7 miljoen ton Braziliaanse soja aankwam, zonder dat iemand zich afvroeg waar die soja vandaan kwam? De meeste veevoederproducenten beweren dat ze alleen duurzame – want gecertificeerde – soja inkopen. Was al die 6,7 miljoen ton soja dan ontbossingsvrij geteeld, zonder schade aan te richten op inheems grondgebied? Nee natuurlijk niet, weten de twee inheemse leiders maar al te goed. Dus nogmaals: waarom vragen de verantwoordelijken niet waar al die soja vandaan komt?
Certificaat geen garantie tegen ontbossing
Die eis van transparante traceerbaarheid is precies het grote pijnpunt en de ergste nachtmerrie van Europese veevoederproducenten. Zij houden hun toevoerketens bij voorkeur schimmig, zodat ze ‘niet weten’ waar hun soja vandaan komt. Daarbij zwaaien ze graag met certificaten die zouden bewijzen dat hun soja duurzaam is geproduceerd. Greenpeace, andere milieuorganisaties en onderzoeksprogramma Zembla toonden keer op keer aan dat hun ‘duurzame papiertjes’ geen enkele garantie bieden op ontbossingsvrije soja.
Bedrijven lobbyen tegen de Bossenwet
Ook al zeggen veevoederbedrijven als ForFarmers dat ze echt heus waar de ontbossing willen stoppen, het is duidelijk dat zij koste wat het kost hun business as usual willen voortzetten. Hun brancheorganisaties lobbyen zich drie slagen in de rondte om een sterke Bossenwet tegen te houden. Want onder die wet is het afgelopen met de schimmigheid. Dan moeten de bedrijven aantonen waar precies hún soja, vlees of palmolie vandaan komt. Daarom is het zo belangrijk dat ook natuurgebieden als de Cerrado in die wet worden opgenomen.
Op onze vraag aan Waduwabati en Alberto of zij, ondanks hun zoektocht naar oplossingen, niet ook heel boos zijn op Europa, zeggen ze eerlijk: ‘Ja, eigenlijk wel. De soja die ons bestaan verwoest, wordt gebruikt om júllie kippen, varkens en koeien te voeden. Consumenten moeten weten wat in hun producten zit, waar het vandaan komt. Zodat ze ontbossingsvrije producten kunnen eisen en hun politici ter verantwoording roepen. Alleen als we samenwerken, kunnen we een einde maken aan het geweld en de natuurvernietiging.’
Waduwabati en Alberto hadden de moed om naar Europa te komen. Nu komt het op de EU-ministers aan. Op 28 juni 2022, vlak na het verschijnen van dit magazine, weten we of ze hebben gekozen voor onze planeet of voor de kortetermijnbelangen van de industrie. Laten ze inheemse volken aan hun lot over of beschermen ze samen met hen de natuur?
‘We hielden vol, samen met jou’
Drie jaar geleden begon Greenpeace-campaigner Sigrid Deters aan een gedurfde campagne: ‘We wilden een EU-wet die ontbossingsproducten zou verbíeden. Weg met die Europese markt voor foute soja, palmolie, rubber en hout. Natuurlijk wisten we dat het moeilijk zou worden. De belangen van sojamultinationals en veevoederbedrijven zijn enorm. En ook al zeggen alle politici dat ze de bossen willen beschermen, vaak wegen de belangen van de industrie zwaarder. Maar we hielden vol, samen met onze collega’s in heel Europa en Brazilië, met inheemse volken én met jou. We lobbyden en onderhandelden, we hingen aan overheidsgebouwen en blokkeerden schepen, jullie tekenden massaal onze petitie… En nu, in de aanloop naar de beslissende EU-vergadering van 28 juni, hebben we nog één keer alles uit de kast gehaald voor een echt sterke Europese Bossenwet. Ik hoop met heel mijn hart dat ons dit lukt.’
Dit artikel verscheen in de zomereditie 2022 van Greenpeace Magazine.