Op 11 januari 2024 hebben 8 inwoners van Bonaire en Greenpeace Nederland de Nederlandse Staat gedagvaard voor het gebrek aan klimaatbeleid. In dit webartikel gaan we in op de juridische argumentatie die ten grondslag ligt aan de klimaatzaak. Wil je de dagvaarding zelf lezen? Kijk dan onderaan deze pagina. Wil je de klimaatzaak steunen. Klik dan hier.
Klimaatverandering vormt een grote dreiging voor alle Nederlandse burgers. Inwoners van Bonaire zijn extra kwetsbaar voor de gevolgen van klimaatverandering, kwetsbaarder dan veel anderen in Nederland. Dit komt door de grote uitstoot van broeikasgassen en het uitblijven van beleid door onze overheid. De effecten van klimaatverandering zijn reeds waarneembaar en zullen het leven op Bonaire permanent veranderen.
Hoewel Bonaire een bijzondere gemeente van Nederland is, worden de burgers niet gelijk beschermd. In Europees Nederland worden er maatregelen getroffen tegen de gevaren veroorzaakt door overstromende rivieren, beschadigde dijken, droogte en hevige regenval. Als watermanagers ten voeten uit, heeft Nederland de expertise en ervaring om mensen te beschermen tegen het water. Voor Europees Nederland is er bijvoorbeeld een Klimaatadaptatiestrategie, een Deltaplan, een Waterprogramma. En is er financiering voor beschermingsmaatregelen. Maar voor Bonaire heeft de Nederlandse overheid geen concrete beschermingsplannen. Midden in de klimaatcrisis is dat onverantwoord.
Mensen op Bonaire ervaren nu al effecten van klimaatverandering, bijvoorbeeld de toenemende hitte en overstromingen. Boeren en vissers merken tegenvallende oogsten en vangsten en de hitte raakt met name kwetsbare mensen zoals ouderen en zieken in hun gezondheid. Ze zien hun leefomgeving veranderen en maken zich zorgen om de toekomst van volgende generaties.
De Nederlandse Staat heeft de verplichting om Bonaire en haar bevolking adequaat te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering, door het nemen van adaptatiemaatregelen. Een randvoorwaarde hierbij is dat de grote armoede moet worden bestreden, en de weerbaarheid van mensen moet worden vergroot. De plannen en maatregelen moeten worden gemaakt samen met mensen van Bonaire en op basis van wetenschap.
Ook moet de Staat haar steentje bijdragen aan het stoppen van klimaatverandering anders is het dweilen met de kraan open. Dat heeft de wereld ook afgesproken in het klimaatakkoord van Parijs. Alle landen moeten hun verantwoordelijkheid nemen om een eerlijk deel op te pakken om de opwarming onder de 1,5 graad te houden. Ook de Nederlandse staat heeft die verantwoordelijkheid.
Wetenschappers zijn het erover eens dat, als rekening wordt gehouden met de historische uitstoot van broeikasgassen, Nederland nu al niets meer mag uitstoten. Nederland heeft in het verleden zoveel uitgestoten, dat alle extra uitstoot oneerlijk is. Nederland moet de uitstoot daarom zo snel mogelijk naar nul terugbrengen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het haalbaar is om de uitstoot in Nederland uiterlijk in 2040 terug te brengen tot nul. Dat is 10 jaar eerder dan het nu van plan is. Tot die tijd moet Nederland de eigen uitstoot compenseren door andere landen te helpen met het terugdringen van hun uitstoot.
Dit eisen 8 individuele eisers van Bonaire en Greenpeace Nederland in Klimaatzaak Bonairek. De Nederlandse Staat begaat een onrechtmatige daad ten aanzien van de inwoners van Bonaire. Een land begaat een onrechtmatige daad als die iets (of juist niets) doet, wat volgens het recht niet mag. Het gebrek aan effectief klimaatbeleid is een inbreuk op de mensenrechten, en specifiek het recht op leven en familieleven (respectievelijk artikel 2 en 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, EVRM), het verbod om te discrimineren (artikel 14 EVRM) en het recht op cultuur (artikel 27 Internationaal Verdrag Inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR)).
Op basis van artikel 2 en 8 EVRM moet de Staat maatregelen nemen als er gevaren dreigen voor het leven, welzijn en privéleven van zijn inwoners. In de rechtspraak is vastgesteld dat klimaatverandering dergelijke gevaren met zich meebrengt.
Op basis van deze artikelen heeft de Staat daarom een verplichting om ‘het zijne’ te doen om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen (‘mitigatie’). Ook moet de Staat tijdige, passende en adequate beschermende maatregelen nemen om de gevolgen voor inwoners op te vangen (‘adaptatie’). Aan deze verplichtingen voldoet de Staat niet, omdat hij niet voldoende doet tegen de huidige en toekomstige gevolgen van klimaatverandering op Bonaire. De effecten op de levens van mensen op Bonaire zijn nu al groot en zullen alleen maar toenemen als er niet wordt ingegrepen.Klimaatverandering bedreigt onder meer hun levens, hun levensonderhoud, hun gezondheid, hun cultureel erfgoed, de natuur, en de mogelijkheid voor toekomstige generaties om op dezelfde wijze voort te leven op Bonaire.
Hiermee wordt naast artikel 2 en artikel 8 ook artikel 27 van het IVBPR geschonden. De inwoners van Bonaire zijn een minderheid en hebben een bijzondere en diep gewortelde gedeelde cultuur en geschiedenis. De nalatigheid van de Staat in het treffen van maatregelen tegen klimaatverandering vormt een ernstige bedreiging van deze cultuur.
Tot slot wordt het verbod op discriminatie (artikel 14 van het EVRM) geschonden omdat de Staat Bonaire bijna geheel heeft uitgesloten van het adaptatiebeleid dat al jaren geldt voor het Europees deel van Nederland, en geen equivalente bescherming biedt voor Bonaire. Daarmee is er sprake van ongelijkheid tussen de inwoners van Bonaire en de inwoners van Europees Nederland (op basis van in elk geval woonplaats) waar het gaat om de bescherming die de Staat biedt tegen de gevolgen van klimaatverandering. Er is geen objectieve rechtvaardiging voor dit verschil.
Deze mensenrechten moeten worden beschermd zodat toekomstige generaties en wij veilig kunnen blijven leven en onze tradities en cultuur kunnen doorgeven – of je nu op Bonaire, Ameland of in Valkenburg woont.
Hieronder kan je de dagvaarding lezen. In de dagvaarding wordt ingegaan op de feiten met betrekking tot de geschiedenis en kenmerken van Bonaire, klimaatverandering en adaptatie, en mitigatie en het eerlijk deel ‘fair share’. Vervolgens wordt in het juridisch kader beargumenteerd wat de staatsrechtelijke verhoudingen en mensenrechtelijke verplichtingen zijn van de Staat richting mensen op Bonaire. Dit wordt gevolgd door de eisen.