Het koelt het klimaat. Voorziet ons van zuurstof. En het voedt ons. We hebben het natuurlijk over het water op aarde. Gesteund door miljoenen mensen heeft Greenpeace de Verenigde Naties er eindelijk van overtuigd dat het hoog tijd is om zeeën en oceanen te beschermen. Elke lidstaat die nu nog koudwatervrees heeft, gaan we daar de komende maanden vanaf helpen.

Bultrugwalvissen leggen immense afstanden af: van het great barrier reef voor de kust van Australië naar de ijskoude wateren van Antarctica – en weer terug.

De kraken en megalodon. De Bermudadriehoek. Atlantis. De menselijke fantasie over onze oceanen kent al eeuwen geen grenzen. Vooral de open, internationale wateren, ook wel high seas genoemd, zijn een bron van inspiratie. Terecht, want onderzoekers vinden er de meest vreemde schepsels: reuzenspinkrab, hengelvis, vampierinktvis. En wat te denken van de kloven zo diep als de Himalaya hoog is, onderwaterwatervallen en kelpwouden?

Het leven in deze wateren is minstens zo rijk en biodivers als op het land. Zo niet rijker. Nomadische zeedieren zoals walvissen en tonijnen leggen onvoorstelbare afstanden af door de high seas. Van Noord naar Zuid over de aardbol en weer terug, maar ook verticaal. Elke nacht zwemmen talloze dieren en diertjes van honderden meters diepte omhoog naar het oceaanoppervlak om daar plankton te eten of een prooi te bemachtigen. Zo houden ze de biologische pomp van de high seas in beweging: ze brengen CO2 van het zeeoppervlak naar de diepte, waar het opgeslagen wordt. Zonder deze pompfunctie zou de atmosfeer maar liefst 50 % méér CO2 bevatten en zou de aarde onleefbaar heet zijn. Ook produceren deze uitgestrekte wateren de helft van onze zuurstof en voorzien ze een miljard mensen van voedsel. Al die ‘ecodiensten’ raken we kwijt als we ze niet beter beschermen.

Wilde westen

Toch zijn het vooral deze internationale wateren die het toneel zijn van ongeremde plunderingen. Buiten de territoriale wateren van een land zijn er immers geen wetten of regels die de zeeën en oceanen beschermen. Er zijn wel internationale afspraken over het beheer van deze immense gebieden, maar wie houdt zich daaraan en vooral: wie controleert dat? Het gevolg is totale wetteloosheid. Geen haan die ernaar kraait als een Spaans of Taiwanees schip bij Antarctica illegaal op tandvis jaagt. Hierdoor hebben miljoenen zeedieren, waaronder dolfijnen, haaien, schildpadden en albatrossen, de dood gevonden in de netten van industriële vissersschepen. Ook mijnbouwbedrijven maken gretig misbruik van het gebrek aan bescherming. Zij boren in de zeebodem naar grondstoffen zoals zilver, koper, kobalt, goud, magnesium en zink. Uniek, eeuwenoud koraal wordt daardoor onherstelbaar aangetast en voedselketens raken verstoord.

Vissen met bodemsleepnetten is nog altijd een veelgebruikte en helaas destructieve methode: de enorme netten slepen over de zeebodem en sleuren alles mee wat op hun weg ligt of zwemt.

Zeereservaten zijn de oplossing

Al sinds onze oprichting, nu bijna 50 jaar geleden, werpt Greenpeace zich met lijf en leden in de strijd voor bescherming van de oceanen en het zeeleven. U herinnert zich vast nog wel de (succesvolle) acties tegen de walvis- en zeehondenjacht en de dumping van chemisch afval in de Noordzee. Maar al snel ontwikkelden we ook visies, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, voor een duurzamere omgang met de aarde. Een van die visies waar we al jaren voor ijveren, is het instellen van zeereservaten. Daarin kan het zeeleven herstellen en worden oceanen weer bestendig tegen toekomstige (klimaat)dreigingen. Zeereservaten leveren bovendien bewezen meer vis op, waarmee mensen gevoed kunnen worden zonder de visstanden in gevaar te brengen. Grote industriële vissersschepen zijn in de beschermde gebieden namelijk niet welkom. Lokale vissers, die het nu nog vaak afleggen tegen deze varende visfabrieken, mogen er wel vis vangen en zo de lokale economie aanjagen. De zeereservaten die bestaan, laten zien dat de natuur zich herstelt en zelfs rijker wordt.

Vissen met een hengel klinkt enorm old skool. Maar op een goede dag kan een enkele boot met hengelaars wel 7 ton vis vangen. De kans dat er ander zeeleven aan het haakje blijft hangen, is minimaal.

Slechts 2 % is nu beschermd

Op dit moment is ongeveer 2 % van onze oceanen en zeeën beschermd. Landen moeten daarom snel actie ondernemen. Het goede nieuws? Na decennia van beleidsbeïnvloeding en acties van Greenpeace, werkt de VN nu aan het eerste Oceanenverdrag. Het is onze beste kans ooit om het water op aarde en al het leven dat daarvan afhankelijk is, beschermd te krijgen. Samen met al onze supporters roepen we daarom op tot een sterk, bindend verdrag. Om onze oproep kracht bij te zetten, ondernamen we onze grootste expeditie ooit. Een expeditie waarmee we alle ogen openden voor de werkelijke crisis waarin onze oceanen verkeren.

De Arctic Sunrise legt aan in Svalbard om onderzoek te doen naar het zee-ijs.

In 12 maanden tijd voeren we met onze schepen van de Noord- naar de Zuidpool. Aan boord waren biologen, natuur- en scheikundigen en zelfs computerwetenschappers van universiteiten van over de hele wereld. Vanaf de Esperanza en Arctic Sunrise onderzochten zij bij de Noordpool onder meer de dikte van het zee-ijs en de watertemperatuur op diverse dieptes. Het complexe ecosysteem van dit gebied staat al zwaar onder druk door het smeltende zee-ijs. IJsberen bijvoorbeeld moeten te vaak en te ver zwemmen voor hun steeds schaarser wordende voedsel. Maar het wordt er ook steeds drukker: minder ijs betekent meer ruimte voor vissersvloten.

De coördinatie van alle onderzoeken lag in de handen van Kirsten Thompson. Zij is zeezoogdier-expert en werkzaam in het Greenpeace-laboratorium aan de universiteit van Exeter. Kirsten was zelf ook in Antarctica om research te doen. Dit gebied is de broedkamer van talloze diersoorten, waaronder pinguïns en zeehonden. Op Elephanteiland telden onderzoekers – met behulp van drones – stormbandpinguïns. Wat blijkt: sinds de laatste tellingen, in de jaren zeventig, zijn de pinguïnkolonies hier met 60 tot 80 % gekrompen.

Dit is dr. Kirsten Thompson, coördinator van het wetenschappelijke onderzoek tijdens onze expeditie. Op de foto neemt ze een watermonster voor onderzoek naar aanwezige microvezels. Via de wasmachine belanden deze plastic deeltjes zelfs hier, in het afgelegen Antarctica.

We voeren ook naar de mysterieuze Lost City, midden in de Atlantische Oceaan, dat bedreigd wordt door diepzeemijnbouw. Op een diepte van bijna 1 kilometer ligt een veld met reusachtige ‘schoorstenen’ waaruit kokendheet water omhoog borrelt. Ondanks het gebrek aan licht en zuurstof krioelt het hier van microscopisch leven waar we met een onderwaterrobot unieke opnames van maakten. Onze reis leidde ook naar de Sargassozee waar eindeloze kluwen zeewier – sargassum – op het wateroppervlak dobberen. Dit zeewier vormt de perfecte schuilplek voor jonge zeeschildpadden. In de Sargassozee komen vier zeestromingen samen, waardoor een zogenoemde gyre ontstaat. Die maakt van dit gebied helaas een afvoerputje voor veel van het plastic dat in de oceaan belandt. Ook legden we aan bij het Amazonerif, bedreigd door olieboringen, waar onze duikers onderwaterbeelden maakten die inmiddels de hele wereld over zijn gegaan.

#Hoedan?

We weten dat zeereservaten een belangrijke oplossing zijn voor de talloze bedreigingen waaraan onze oceanen worden blootgesteld. Daar is ook de wetenschap het over eens. Maar hoe moet zo’n wereldwijd netwerk gerealiseerd worden? Daarvoor toog een team van wetenschappers, aangevoerd door experts van de Universiteiten van York en Oxford aan het werk. Hamvraag: waar zijn zeereservaten het hardst nodig én hoe blijven ze het meest effectief? Ze stelden een lijst op van maar liefst 458 verschillende ‘beschermingsfactoren’. Variërend van de verspreiding van haaien, walvissen, geisers, zeebergen, zeetroggen en planktonproductie.

Een belangrijke eis was bovendien dat een zeereservatennetwerk toekomstbestendig zou zijn: ook als de aarde verder opwarmt moeten de reservaten samen het oceaanleven voldoende beschermen. Ook moet zo’n netwerk groot genoeg zijn om walvissen en andere zeedieren veilig de wereld over te laten zwemmen. En bedreigde soorten moeten altijd ergens een veilig onderkomen kunnen vinden. Gebieden waar veelvuldig industrieel gevist wordt, laten de onderzoekers juist buiten beschouwing, om het draagvlak voor de plannen te vergroten. Wél zal een deel naar andere visgronden moeten verhuizen om de balans te herstellen.

Voor de allesverwoestende diepzeemijnbouw is een moratorium – tijdelijk verbod – noodzakelijk, zeggen de wetenschappers stellig. Visstanden kunnen misschien nog herstellen, maar de machines van mijnbouwbedrijven zullen kwetsbare ecosystemen onvermijdelijk verwoesten. Bekijk het volledige plan 30 x 30: a Blue Print for Ocean Protection.

Efficiënt maar flexibel

Het voorstel dat er nu ligt, is niet één vastomlijnd plan maar eerder veel variaties op hetzelfde vraagstuk. Allemaal zijn ze haalbaar en samen beschermen ze miljoenen vierkante kilometers zeegebied. Zo laten we ruimte voor de uiteindelijke plannenmakers van de VN en overheden om hun eigen kennis en prioriteiten toe te voegen. Maar we houden wel de vaart erin door te benadrukken wat volgens experts de meest efficiënte scenario’s zijn. Het netwerk van zeereservaten dat wij voor ogen hebben, is dichterbij dan ooit. De VN kwam al drie keer samen. In maart van dit jaar zou de vierde en laatste onderhandelingsronde plaatsvinden, maar wegens het coronavirus is deze tot nader orde uitgesteld. Medio 2021 staat de beslissende ronde gepland. Tot die tijd zetten we alles op alles om wereldleiders hun handtekening te laten zetten onder een verdrag dat wérkelijk impact heeft. Samen kunnen we geschiedenis schrijven.

Laat van je horen

Miljoenen burgers, wetenschappers, actievoerders en bekende acteurs als Javier Bardem en Marion Cotillard steunden onze oproep voor bescherming van de oceanen. Jij kunt dat ook doen op act.gp/protect-the-oceans. Dank je wel!

Dit artikel verscheen in de herfsteditie van Greenpeace Magazine.