Ken je ze, de slogans van bedrijven die beweren dat ze alleen duurzame palmolie gebruiken voor hun boter? Of alleen duurzame soja voeren aan hun melkproducerende koeien? Of het nu gaat om Unilever, Albert Heijn of FrieslandCampina, deze bedrijven stellen het gebruik van gecertificeerde soja of palmolie vaak gelijk aan duurzaam. Onterecht, blijkt uit ons nieuwe rapport Destruction: Certified.  

Van het Amazonewoud in Latijns-Amerika, het Congobekken in Midden-Afrika, tot aan de regenwouden van Indonesië, overal vernietigen bedrijven bossen om het land en zijn hulpbronnen te exploiteren. Maar liefst  80% van de vernietiging van bossen en andere natuurgebieden gebeurt om er landbouwgrond van te maken, om daar vervolgens vlees, soja voor veevoer, papier of palmolie te gaan produceren. 

In de jaren negentig wordt voor het eerst duidelijk dat deze producten die wij massaal gebruiken in ons dagelijks leven bijdragen aan ontbossing, natuurverwoesting en mensenrechtenschendingen. Vanaf dat moment doen bedrijven en regeringen – mede onder druk van Ngo’s zoals wij- toezeggingen om deze misstanden te stoppen. 

Het ware verhaal achter certificering
A Greenpeace investigator stands besides a pile of logs from peatland forest inside the pulpwood concession owned by PT. Adindo Hutani Lestari, a supplier to PT. Riau Andalan Pulp & Paper (PT RAPP, part of APRIL) in Sebuku Subdistrict, Nunukan Regency, North Kalimantan Province.

Certificering als oplossing 

Hun oplossing: certificering. Dat werkt vaak als volgt: alleen producenten die maatregelen nemen om de negatieve gevolgen op de natuur en mensenrechten tot een minimum te beperken, krijgen een certificaat voor hun soja, palmolie of papier. Bedrijven als Unilever, Albert Heijn en FrieslandCampina kopen deze gecertificeerde soja, palmolie of papier en betalen daarvoor een klein beetje extra. Zo moest certificering ervoor zorgen dat leveranciers stopten met ontbossing en mensenrechtenschendingen, en dat tegelijkertijd de handel in deze land- en bosbouwproducten doorging. De consumentenbedrijven, die het meest gevoelig zijn voor hun imago, konden zo voortaan het labeltje ‘duurzaam’ of ‘verantwoord’ aan hun ingekochte grondstoffen hangen. 

Certificering mislukt?Hoewel certificering de afgelopen decennia wereldwijd steeds populairder is geworden, zijn de ontbossing en de vernietiging van ecosystemen doorgegaan. Betekent dit dat de certificering is mislukt? In ons nieuwe rapport Destruction: Certified, hebben we de effectiviteit van certificering voor cacao, koffie, biobrandstoffen, palmolie, soja en hout beoordeeld. Wat doen ze om wereldwijde ontbossing, bosdegradatie en vernietiging van ecosystemen te stoppen? Wat betekenen de certificeringssystemen voor het beschermen van mensenrechten zoals inheemse landrechten en arbeidsrechten? 

Certificering als ‘greenwashing’

Helaas moeten wij vaststellen dat gecertificeerde bedrijven toch door kunnen gaan met ontbossing, bosdegradatie en andere natuurverwoesting. Hoewel sommige certificeringssystemen best goed zijn op papier, en soms ook lokaal echt wel verschil maken, werkt het systeem niet goed genoeg om natuurverwoesting echt aan te pakken. Wat certificering wel doet, is het imago verbeteren van de bedrijven die deze producten nu als ‘duurzaam’ promoten. Soms gaat dat zelfs gepaard met een duurzaamheidsstempel op het potje shampoo of het pak melk dat jij koopt. 

An excavator beside a drainage canal in recently cleared peatland forest in an oil palm concession owned by PT Ladang Sawit Mas, a subsidiary of Bumitama Agri Ltd. The concession, in Nanga Tayap sub-district, Ketapang district, West Kalimantan, contained habitat for numerous endangered species including orangutans and Müller’s Bornean gibbons. The company claimed to have suspended all forest clearance in early 2013 after the dramatic rescue of stranded orangutans. However Greenpeace mapping analysis and field investigations reveal large-scale development in the concession between December 2012 and October 2013, including clearance of over 1,150ha of forest.

Duurzaamheid een keus? 

Maar het beschermen van bossen en mensenrechten moet geen keuze zijn. Niet voor de consument, die zijn best doet door op duurzaamheidslabels te letten. En duurzaamheid moet zeker geen vrijwillige keuze zijn voor bedrijven die producten verwerken die kunnen leiden tot ontbossing. 

Echte maatregelen

Het is hoog tijd voor echte maatregelen, waaronder wetgeving voor producten met een hoog risico op ontbossing. En overheidsbeleid dat mens en natuur echt centraal stelt. Dat betekent dus ook: inzetten op ecologische landbouw en deze ook via je handelsbeleid internationaal stimuleren. En inzetten op drastisch minder vlees en zuivelproductie- en consumptie. De klimaat-, natuur- en gezondheidscrises van dit moment vragen niet meer om halfzachte maatregelen, maar om een herziening van ons hele landbouw- en handelssysteem. Doe je mee? 

Doe mee