Palmolie-gebruikers Unilever, Nestlé en Mondelēz betrokken bij verwoesting van 130.000 hectare tropisch regenwoud

Amsterdam, 19 september 2018 – Palmolieproducenten hebben sinds 2015 voor meer dan 260.000 voetbalvelden aan regenwoud in Indonesië verwoest. Dat blijkt uit onderzoek van Greenpeace International. Grote merken zoals Unilever, Nestlé, Mondelēz, PepsiCo en Colgate-Palmolive gebruiken deze palmolie voor hun koekjes, margarine en tandpasta. Deze multinationals worden in het rapport gelinkt aan de kap van regenwoud, terwijl ze beloofd hebben ontbossing voor palmolie te voorkomen.

Papoea nieuw palmolie front

Het Greenpeace International rapport ‘Final Countdown’ toont aan dat er in vijfentwintig gevallen bewijs is van ontbossing, aanleg van plantages zonder vergunning en in beschermde gebieden, uitbuiting van lokale bevolking, sociale conflicten en bosbranden om land vrij te maken voor palmolieplantages.

Veertig procent van deze ontbossing vond plaats op Papoea, Indonesië. Nog nooit eerder is er dergelijk uitgebreid onderzoek gedaan naar ontbossing op dit deel van het eiland. De regenwouden van de eilanden Sumatra en Kalimantan zijn al onomkeerbaar aangetast, waardoor de orang-oetan met uitsterven wordt bedreigd. Papoea, één van de laatste intacte regenwouden van de wereld met een rijke biodiversiteit, is het volgende doelwit.

Verbroken beloftes

Vanaf 2010 regent het beloftes van grote afnemers zoals Mondelēz, Nestlé en Unilever dat ze de banden met regenwoud-vernietigers verbreken en uiterlijk 2020 alleen nog duurzame palmolie inkopen. Ze hebben nu nog 500 dagen om deze afspraak na te komen, maar niets wijst erop dat ze dit gaan halen. Uit het Greenpeace International onderzoek blijkt namelijk dat ook de grootste palmolie-handelaar Wilmar nog steeds foute palmolie verkoopt aan deze merken.

“Beloofd is beloofd: Unilever, Nestlé, en Mondelēz, neem jullie verantwoordelijkheid koop geen foute palmolie meer van Wilmar, tot het bedrijf bewijst dat haar palmolie duurzaam geproduceerd wordt”, aldus Andy Palmen, campagneleider bij Greenpeace Nederland.

Rotterdamse haven

Wilmar, gevestigd in de Rotterdamse haven, is marktleider en verantwoordelijk voor 40% van de mondiale palmoliehandel. Nederland vervult een spilfunctie. We zijn de grootste importeur van palmolie in Europa en exporteren wereldwijd het meest na producerende landen als Indonesië en Maleisië. Andy Palmen: “Tropische ontbossing is geen ver-van-mijn-bed-show, als je bedenkt dat via de haven van Rotterdam palmolie wordt verhandeld, waarvoor regenwoud is gekapt en mensenrechten zijn geschonden.”

 

Voor meer informatie:
Bram Karst

Greenpeace Persvoorlichting

06 – 2129 6895

[email protected]

———

Foto en video via deze link beschikbaar

Overige bevindingen rapport:

De orang-oetan populatie is in minder dan 16 jaar gehalveerd. Met name doordat de palmolie-industrie hun leefomgeving heeft vernietigd. Meer dan driekwart van het nationale park Tesso Nilo op Sumatra, de thuisbasis van tijgers, orang-oetans en olifanten, is omgezet in illegale palmolieplantages. Wereldwijd worden 193 diersoorten ernstig bedreigd door palmolieproductie.

Palmolie is (naast pulp) de grootste aanjager van ontbossing in Indonesië. Volgens officiële cijfers van de Indonesische regering werd tussen 1990 en 2015 rond de 24 miljoen hectare regenwoud in Indonesië verwoest.
De verwoesting van regenwoud en veengebieden zijn belangrijke bronnen van broeikasgas, wat weer bijdraagt aan klimaatverandering. Hiermee is Indonesië bovenaan de lijst van mondiale uitstoters gekomen na de Verenigde Staten en China.

De ontwikkeling van (palmolie)plantages is de voornaamste reden voor de bosbranden die nu ook weer woeden in Indonesië. In juli 2015 verspreidden zich op Sumatra, Kalimantan en Papoea verwoestende branden. Deze bosbranden veroorzaakten giftige rook die miljoenen mensen in Zuidoost-Azië trof. Onderzoekers van de universiteiten van Harvard en Columbia schatten dat de rook van deze branden in 2015 rond de 100.000 vroegtijdige sterfgevallen veroorzaakt. 

De Wereldbank berekende de kosten van de ramp op 16 miljard dollar.

 

Wilmar International en andere palmoliebedrijven worden regelmatig beschuldigd van uitbuiting van werknemers, kinderen en lokale gemeenschappen.

Greenpeace International heeft in de afgelopen drie jaar de 25 grootste palmolieproducenten gevolgd met betrekking tot kap van tropisch regenwoud en concludeert:

40% van de ontbossing (51.600 ha) ligt in Papoea, Indonesië – een van de meest biodiverse regio’s op aarde en tot voor kort onaangetast door de palmolie-industrie.