Kiribati, een zeer afgelegen eilandengroep in de Stille Zuidzee, lijkt het boegbeeld van de gevolgen van klimaatverandering. Het is, volgens een klimaatrapport van de VN, het eerste eiland dat zal verdwijnen in zee. Delen van het eiland die slechts twintig jaar geleden nog droog lagen zijn inmiddels ingenomen door de oceaan.
Het verhaal van Kiribati is deels eenvoudig, en deels ingewikkeld. De wetenschap is helder: het eiland loopt langzaam onder. Hevige stormen en het tweejaarlijkse king tide (koningstij, de hoogst voorspelde vloed) zorgen ervoor dat elk jaar meer land in zee verdwijnt. Wetenschapper Will Koh, werkzaam op het grootste eiland Tarawa zegt in een video, gemaakt voor de website van het AD: ‘Het is een van de kwetsbaarste plekken op aarde. De oceaan snoept hier steeds meer land weg.’ De ruim 100.000 inwoners van de eilandengroep moeten vrijwel zeker voorgoed hun eiland verlaten, waarschijnlijk naar Fiji of het nabijgelegen Nieuw-Zeeland.
Klimaatverandering leeft niet op Kiribati
Het ingewikkelde deel is als volgt. Een groot deel van de inwoners van Kiribati heeft niet het idee dat klimaatverandering hun thuis ooit daadwerkelijk zal doen verdwijnen. De huidige president voert een andere koers en zet vooral in op toerisme, lokale economie en maakt plannen om het eiland op te hogen.
Hoe anders was het een paar jaar geleden, toen toenmalig minister-president Anote Tong nog de scepter zwaaide over het land. Hij knokte jarenlang, vol verve en overal ter wereld in zalen vol starre wereldleiders voor het voortbestaan van zijn geliefde eiland. Tong sprak op de klimaattop in Parijs en vertelde het verhaal van Kiribati aan elke nieuwszender die het maar horen wilde. Hij introduceerde serieuze plannen om het eiland klimaatbestendiger te maken en ondernam stappen voor een eventuele evacuatie van zijn bevolking. Ook ging hij mee op een expeditie met Greenpeace naar Antarctica.
Terug naar nu. De huidige president heeft vrijwel het gehele klimaatbeleid van Tong ontmanteld, stelt documentairemaker Matthieu Rytz in zijn documentaire Anote’s Ark. Voor buitenlandse journalisten is het een grote uitdaging het eiland op te komen, omdat ideeën van buitenaf die de lokale bevolking mogelijk kunnen beïnvloeden, niet op prijs worden gesteld. Wie het wel lukte om het eiland te bezoeken en documenteren, is fotojournalist Sanne Zurné. Drie jaar geleden stapte zij het vliegtuig in, uit nieuwsgierigheid naar het onbekende eiland met de ongekende problemen.
Fotograaf Sanne Zurné op Kiribati
‘Mijn verblijf op het eiland heeft me verward, maar ook veel meer duidelijk gemaakt over de situatie en de houding van de eilandbewoners ten opzichte van klimaatverandering’ vertelt Sanne tijdens een videocall. ‘Tong was een zeer bevlogen president en hij streed het hele jaar voor zijn land, overal ter wereld. Dat betekende ook dat de eilandbewoners hem nauwelijks op het eiland zagen. Kiribati is zo afgelegen en afgesneden van buitenlandse media – zij kregen niets mee van zijn strijd. Tegelijkertijd is het leven op het eiland zwaar: er is nauwelijks werk, heel weinig gezond eten en slechts één ziekenhuis.’
Sanne vervolgt: ‘De nieuwe minister-president, Taneti Maamau, beloofde de eilandbewoners verbetering. Hij zou het toerisme weer op de kaart zetten, de economie verbeteren. Dat sprak veel zeer arme en hopeloze eilandbewoners natuurlijk aan. Een doemscenario voor het eiland zou de toeristen maar weghouden, een mogelijke evacuatie naar Fiji zou niet goed zijn voor het moraal onder de bewoners. Dus elk idee, gesprek of actie over en voor het veranderende klimaat wordt in de kiem gesmoord.’
Klimaatverandering is zichtbaar en voelbaar op Kiribati
‘Ergens is er wel een vergelijking te maken tussen Nederland en Kiribati,’ zegt Sanne. ‘Nederland is net als Kiribati erg kwetsbaar door de zeespiegelstijging. Wij pompen ‘t alleen (nu nog) weg en we hebben de Deltawerken. In Kiribati is de stijging heel erg zichtbaar. Huizen staan regelmatig onder water en de oceaan komt steeds dichterbij. Ook is er nauwelijks schoon drinkwater en de landbouwgrond is zo verzilt dat er vrijwel niets meer te verbouwen is.’
Ze gaat verder: ‘Maar in Kiribati maken ze zich niet enorm zorgen, net als in Nederland. Het is zó abstract, het idee dat de oceaan ooit zal winnen. Ze leven met de dag en kunnen zich er gewoon geen voorstelling van maken. Nederlanders leven eigenlijk ook zo: we zijn super kwetsbaar, de dijken kúnnen echt een keer breken, maar het lijkt wel alsof niemand zich echt druk maakt. Het is te abstract. Maar het is wél de realiteit.’
‘Tegen klimaatsceptici, die niet geloven dat het eiland zinkt en onbewoonbaar wordt zeg ik altijd: méét het drinkwater maar. Chéck de grond maar. Het is onweerlegbaar dat dit land op deze manier onbewoonbaar wordt. Er is minder vis en het water is vervuild. Er zijn wel mogelijkheden om het eiland te redden: drinkwatersystemen aanleggen, het eiland ophogen, maar het is duur en heeft nergens prioriteit. Het eiland wordt aan zijn lot overgelaten.’
Rijke landen zijn de oorzaak van het klimaatprobleem
Voormalig minister-president Tong woont nog steeds op Kiribati en praat wanneer het lukt met buitenlandse journalisten over de uitzichtloze situatie van zijn thuisland. Zo ook met de Nederlandse journalisten Jeanette den Boer en Stefan Coppers. Tijdens een geheime ontmoeting luidt Tong de noodklok over het verdwijnen van Kiribati. ‘De toekomst en mensenlevens staan op het spel. En ondanks dat het niet van het ene op het andere moment gebeurt, betekent niet dat het nooit gaat gebeuren. Het is onvermijdelijk.’ Daarnaast stelt Tong dat het aan de rijke landen is om in actie te komen en verantwoordelijkheid te nemen.