Inheemse bewoners van het grootste regenwoud op aarde krijgen aanval na aanval te verduren. De Braziliaanse president Bolsonaro geeft houtkappers en boeren vrij spel. Nederland verdient daar goed aan. Maar het verzet groeit, ook uit onverwachte hoek.

President Jair Bolsonaro en zijn regering hebben weinig op met het milieu en de inheemse volken. De klimaatcrisis bestaat niet en de Amazone is er om geld te verdienen. Bolsonaro heeft bezuinigd op alle instanties die de wet in het bos moeten handhaven en hooggeplaatste voorstanders van bescherming ontslagen. Tekenend is het uitgelekte voorstel van milieuminister Ricardo Salles om de milieuregels snel te versoepelen nu ‘de pers het alleen maar over COVID heeft’.

De opportunistische houding van Bolsonaro’s regering heeft Brazilië én de wereld enorme bosbranden en een gigantisch verlies aan regenwoud opgeleverd. In 2019, toen minstens anderhalf keer Nederland in vlammen opging, lag de ontbossing op het hoogste niveau sinds elf jaar. Het kon nog erger, bleek in juni 2020: in de eerste vier maanden van dit jaar werd 32 % meer ontbost dan in dezelfde periode in 2019. De meeste bosbranden zijn aangestoken om land vrij te maken voor sojateelt, weilanden voor koeien of mijnbouw. In juni lieten satellietbeelden al 2.248 branden zien, het hoogste aantal sinds 2007. Elke dag komen er gemiddeld 100 brandhaarden bij en dan moet de droge periode in de Amazone nog beginnen. Wetenschappers gaven afgelopen jaar hun sterkste waarschuwing ooit af: binnen 20 jaar produceert het Amazonewoud mogelijk zo weinig regen dat het zichzelf niet meer in stand kan houden.

Houthakkerskamp midden in de Braziliaanse Amazone.

Brandbrieven van internationale bedrijven

Ook de financiële sector kijkt steeds bezorgder naar het Braziliaanse Amazonebeleid. Eind juni dreigden 29 investeerders, wereldwijd goed voor € 3,15 biljoen, onder meer met desinvesteringen in Brazilië. Bedrijven die daarmee in verband gebracht worden, krijgen het steeds moeilijker op de internationale markten (lees: onze acties hebben succes!). Hun brandbrief volgde op een boycotdreiging in mei van ruim veertig Europese bedrijven, waaronder Ahold Delhaize en Tesco, als de Braziliaanse regering geen actie onderneemt tegen ontbossing. Die internationale commotie leidde tot de ongebruikelijke boodschap van 39 grote Braziliaanse bedrijven aan hun regering om het Braziliaanse imago op te vijzelen.

De internationale bedrijven verwijzen niet alleen naar het wereldwijde klimaat als reden voor hun zorgen, maar ook naar de rechten van inheemse volken die op grote schaal geschonden worden. Sinds het aantreden van Bolsonaro’s regering hebben houtkappers, boeren en mijnbouwers een vrijbrief om inheemse gebieden in te trekken. Iedereen die in de weg loopt, moet het veld ruimen. Zo ook bosbeschermer Paulo Paulino Guajajara. Toen hij eind vorig jaar op het grondgebied van de Guajajara patrouilleerde, lokten illegale houtkappers hem in een hinderlaag en schoten hem door het hoofd. Hij wist dat hij op hun dodenlijst stond, maar de autoriteiten sloegen zijn waarschuwingen in de wind. Nog geen maand later werden twee Guajajaraleiders vanuit een rijdende auto doodgeschoten,

Inheemse leiders in Europa

Moord en doodslag zijn voor inheemse volken in de Amazone en andere Braziliaanse natuurgebieden al jaren realiteit. Daarom trokken vertegenwoordigers van APIB, de koepelorganisatie van Braziliaanse inheemse volken, vorig jaar oktober naar Europa. Samen met Greenpeace reisden zij naar 18 steden in 12 landen, waar ze politiek en bedrijfsleven confronteerden met hun medeverantwoordelijkheid voor de verwoesting van het Amazonewoud en de moorden op inheemse bosbeschermers. De inheemse delegatie drong er bij Europese overheden op aan het EUMercosur-handelsverdrag met Zuid-Amerikaanse landen niet te ratificeren. Door dit verdrag zal de import van vlees en soja uit onder meer Brazilië – en dus de druk op het Amazonewoud en haar bewoners – nog verder toenemen.


Sonia Guajajara (links): ‘Voor soja in jullie veevoer wordt ons land afgenomen, raken rivieren vervuild en worden onze mensen vermoord. Genoeg is genoeg!’

Nederland: liever handel dan duurzaamheid

Nederland is na China de grootste importeur van soja ter wereld, met gemiddeld 8,1 miljoen ton sojabonen en -meel per jaar, blijkt uit een recent Greenpeace-rapport. Daarvan omt bijna de helft uit Brazilië. ‘Vrijwel alle sojabonen worden geëxporteerd om er bij jullie veevoer van te maken’, zegt APIB-coördinator Sonia Guajajara, familielid van de vermoorde Paulo Paulino. En inderdaad, zo’n 2 miljoen ton sojameel verdwijnt jaarlijks in krachtvoer voor Nederlandse kippen, koeien en varkens, zodat ze nog meer melk en vlees kunnen produceren. In ons kleine landje houden we een onevenredige hoeveelheid (pluim)-vee: 114 miljoen dieren in 2018. Alleen al voor hun voer is een gebied zo groot als 20 % van Nederland beplant met soja. Conclusie: Amazonewoud wordt verwoest voor onze kipfilets, karbonades en melkproducten.

Delegatielid Elizeu Guarani Kaiowá, die meemaakte hoe in een decennium vijftien Kaiowá-leiders vermoord werden, wijst Nederlandse bedrijven op de consequenties van de soja-expansie. ‘In mijn deelstaat is een sojaplant meer waard dan een boom. En de kop van een koe is meer waard dan het hoofd van een inheemse leider. Onze rivieren en gewassen gaan dood door de pesticiden die sojaboeren met vliegtuigjes over hun plantages én onze dorpen spuiten. Jullie soja is gedrenkt in ons bloed.’ Nederland is niet alleen medeverantwoordelijk als sojaimporteur. Zoals we al eerder schreven, is ons land ook nauw betrokken bij de aanleg van een transportnetwerk om de soja van het regenwoud naar China en Europa te verschepen. Onderzoeksjournalisten ontdekten hoe de Nederlandse ambassade bedrijven actief steunt om opdrachten binnen te slepen voor de aanleg van havens, wegen en een spoorlijn dwars door de Amazone. Arcadis bouwde sojahavens, Boskalis loodst de sojaschepen binnen en de sleepboten komen van Damens scheepswerf.

Belofte maakt schuld

Hoe bemoedigend de brieven van internationale bedrijven ook zijn, we weten hoe belangrijk het is dat Greenpeace, samen met u, de druk op de ketel houdt. Neem het Consumer Goods Forum (CGF), waarbij grote bedrijven als Nestlé, Unilever en Walmart zijn aangesloten. In 2010 deed dit forum een plechtige belofte: zijn leden zouden per 2020 niet langer bijdragen aan ontbossing door grondstoffen als vlees en soja ‘verantwoord in te kopen’. Maar die deadline is ruimschoots verstreken. Begin 2019 kon geen enkel CGF-lid Greenpeace laten zien dat het op de goede weg was. Sinds hun belofte is er wereldwijd minstens 50 miljoen hectare regenwoud gesneuveld voor de grondstoffen in hun producten.

De inheemse leiders gingen in Nederland ook langs bij Ahold Delhaize (moederbedrijf van Albert Heijn) en FrieslandCampina, beide lid van Consumer Goods Forum en volgens Greenpeace-onderzoek grootverdieners aan de Braziliaanse soja in hun producten. Deze bedrijven hebben geen idee waar hun soja vandaan komt en dat nemen de inheemse leiders hun kwalijk. Grote Nederlandse banken, handelaren en veevoergiganten als ForFarmers zijn betrokken bij de financiering van de soja-industrie. Ook de Amsterdamse en Rotterdamse havens profiteren al jaren van de soja die wordt verwerkt in fabrieken van sojamultinationals als Cargill. Ons land staat dus vooraan om ook een graantje mee te pikken. Handel is handel, en als wij het niet doen, doet iemand anders het wel. Precies díe mentaliteit klagen de inheemse leiders aan. Elke vierkante kilometer soja-expansie betekent verlies van kostbare natuur, van hun leefgebied én van hun levens.

‘Wij houden vol’

De beste bosbeschermers van de wereld kunnen de regenwouden niet verdedigen zonder onze steun. Wij eisen daarom van de Nederlandse overheid en bedrijven dat ze niet langer meewerken aan de razendsnelle ontbossing van de Amazone. ‘Wij houden vol’, zegt Sonia Guajajara in haar video over de dood van Paulo Paulino. ‘We staan niet langer toe dat ons volk sterft in deze strijd voor de levens van alle mensen op aarde. En we rekenen op de steun van iedereen die zich inzet voor gerechtigheid.’

In Brazilië zien we hoe belangrijk de acties van Greenpeace en andere organisaties zijn om zo veel mogelijk Brazilianen in beweging te krijgen voor de Amazone. En dat we succes boeken juist dankzij de combinatie met internationale druk van Nederlandse supporters zoals u. Zo lukte het in mei om de wet van tafel te krijgen waarmee Bolsonaro illegaal ingepikte bosgebieden alsnog wilde legaliseren (een ondubbelzinnige aanmoediging voor nieuwe invasies). Verzet binnen én buiten Brazilië van ngo’s, beroemdheden, inheemse volken, bedrijven en overheden, gaf de doorslag. Ook was alle aandacht – onder meer dankzij de Europese lobby van inheemse Amazoneleiders – voor de bosvernietiging in de Amazone een belangrijke reden voor het Nederlandse parlement om alsnog tegen het Mercosur-verdrag te stemmen.

Samen met de Munduruku en duizenden supporters hebben we ook de bouw van een dam in rivier Tapajós voorkomen.

Die internationale samenwerking was precies de gedachte van elf organisaties die, op initiatief van Greenpeace en Hivos, vier jaar geleden bij elkaar kwamen om het project ‘Alle ogen op de Amazone’ te ontwikkelen. Inheemse boswachters met drones, onderzoekers die satellietbeelden en productieketens analyseren, actievoerders hier en in het Amazonewoud, en beleidsbeïnvloeders bij de VN en de EU: samen zijn we meer dan de som der delen. We zijn de Nationale Postcode Loterij nog altijd dankbaar dat zij deze droom durfde te financieren. En we zijn ú dankbaar voor uw niet-aflatende steun voor het behoud van dit unieke regenwoud waarvan we allemaal zo afhankelijk zijn.

Dit artikel verscheen in de zomereditie van Greenpeace Magazine.