Al een half jaar verblijven vier Greenpeace-actievoerders en ik noodgedwongen in Zuid-Korea. Ver van huis, en voor mij persoonlijk: ver van de zeeën die ik normaal bevaar. Als alles goed is gegaan, zijn we op het moment dat je dit leest eindelijk weer thuis.

Afkomstig uit Nederland was Hettie Geenen altijd al gefascineerd door de oceaan. Op haar veertiende begon ze met zeilen op toeristische schepen als schipper, maar pas toen ze in 1999 bij Greenpeace kwam, realiseerde ze zich wat echt haar roeping was. Inmiddels is ze de enige vrouwelijke kapitein van een van de meest herkenbare schepen ter wereld: de Rainbow Warrior. Hettie heeft de wereld rondgereisd als kapitein van Greenpeace-schepen.

Het begon op 30 november. Ash uit Taiwan, Al uit het Verenigd Koninkrijk, Jens uit Duitsland en Sam uit Mexico klommen aan boord van een lpg-tanker in de haven van Daesan. Die tanker stond op het punt om gevaarlijke plasticgrondstoffen te laden. Hun vreedzame actie was onderdeel van een Rainbow Warrior-tour door Oost-Azië, waarmee we wereldleiders opriepen tot een krachtig VN-Plasticverdrag. In de Zuid-Koreaanse stad Busan waren toen internationale onderhandelingen over dit verdrag. Na een actie van twaalf uur in de kou werden de actievoerders gearresteerd en twee dagen vastgezet. Daarna mochten ze zich wel ‘vrij’ bewegen, maar het land maandenlang niet verlaten. Ook ik moest van boord en in Zuid-Korea blijven, terwijl het schip met een andere kapitein naar de volgende halte in Singapore voer.

Als zeevarende ben ik gewend om maanden van huis te zijn. Maar dan met een duidelijke bestemming en een einddatum. Nu tastten we volledig in het duister. Normaal word je een land juist uitgezet. Dat we moesten blijven tot na de rechtszaak, hebben we nog nooit meegemaakt.

Juist die onzekerheid snijdt het diepst. Dat de Zuid-Koreaanse president Yoon de staat van beleg uitriep, hielp niet mee. En ook niet dat onze zaak steeds werd overgedragen aan een andere officier van justitie. Pas na vier maanden kregen we bericht dat de rechtszaak op 16 mei zou plaatsvinden, waardoor we mogelijk pas midden juni naar huis zouden kunnen. Dat was een schok voor ons allemaal, dit hadden we niet verwacht. Maar eindelijk hadden we een einddatum.

Inmiddels werd het lente, het toeristenseizoen begon en we moesten onze tijdelijke appartementen verlaten. Met als gevolg dat we allemaal een andere kant van Zuid-Korea gingen ontdekken. Ik trok naar het midden van het land om via het WWOOF-netwerk op een kleine biologische boerderij te werken. Bij aankomst lag er nog sneeuw, maar langzaam werd het warmer en groener. Het was een verademing om weg te zijn uit de stad. Ik ben er weken gebleven, heb veel geleerd, en ondanks mijn verlangen naar huis was het een mooie tijd.

Terugkijkend bracht elk van ons vijven offers —familie, werk, vrijheid— voor een zaak groter dan onszelf. Maar geen van ons zal stoppen met een stem geven aan de aarde die geen stem heeft! En de wereld keek mee. In Londen verscheen een muurschildering bij de Zuid-Koreaanse ambassade. Ook in onze thuislanden kwamen mensen in actie en in 25 landen trok Greenpeace naar de Zuid-Koreaanse ambassades. Mijn familie ging naar de ambassade in Den Haag! Die wereldwijde steun gaf ons kracht en hoop. Dank aan iedereen die zich uitsprak, de petitie tekende, berichten stuurde of in actie kwam voor onze planeet.

We zaten vast, ja. Maar we waren nooit stil en zullen dat ook nooit zijn. Onze actie voerden we uit overtuiging: voor een wereld zonder plasticvervuiling, voor klimaatrechtvaardigheid en het recht om vreedzaam te protesteren. Ik zou het zo weer doen!

Hettie Geenen, kapitein van de Rainbow Warrior.