Op 8 maart is het Internationale Vrouwendag. Tijd om de vrouwen die aan de wieg van Greenpeace stonden, aan jullie voor te stellen. Want hoewel vooral mannen het nieuws haalden met de eerste campagnes van Greenpeace, wekten sterke en visionaire vrouwen Greenpeace tot leven.

Dorothy Stowe
Dorothy Stowe voerde campagne tegen kernwapens en emigreerde met haar man Irving naar Canada uit protest tegen de Vietnam oorlog. Ze hielp bij het opzetten van de eerste Greenpeace-campagne en organiseerde vroege Greenpeace-bijeenkomsten in haar huis.

Marie Bohlen
Marie Bohlen stond aan de wieg van Don’t Make A Wave Committee, dat later Greenpeace zou worden. In februari 1970, tijdens een discussie hoe de Amerikaanse kernbomproeven in Alaska gestopt zouden kunnen worden, kwam Marie met het idee om met een boot naar de testlocatie te varen en de confrontatie met de bom aan te gaan. Dit werd de allereerste Greenpeace-actie.

Dorothy Metcalfe
Dorothy bediende de radioverbinding, die de boten verbond met internationale media, tijdens de eerste twee campagnes van Greenpeace om kernproeven te stoppen in 1971 en 1972.
Ze was een doorgewinterde journalist en creatieve campagnevoerder, die de aandacht van de media en het publiek wist te trekken en vast te houden.
Zoe Hunter
Zoe Hunter ontmoette Bob Hunter, één van de oprichters van Greenpeace, in Londen in 1962. Zij introduceerde hem in het pacifistische werk van Bertrand Russell en nam hem in 1963 mee op de vredesmars naar de nucleaire installatie van Aldermaston, Hunter’s eerste politieke protest.
Zoe werkte samen met Dorothy Stowe en Dorothy Metcalfe aan de bevoorrading van de eerste twee Greenpeace-schepen. Tegenwoordig werkt ze voor Amnesty International in Canada.

Ann-Marie Horne en Mary Lornie
De eerste twee vrouwen die deelnamen aan een Greenpeace-campagne waren Ann-Marie Horne en Mary Lornie. Ze zaten aan boord van de Vega, die in 1973 het Franse nucleaire testterrein in Moruroa Atoll binnenvoer. Toen Franse matrozen aan boord van de Vega gingen, en David McTaggart en Nigel Ingram aanvielen, maakte Ann-Marie foto’s en Mary Lornie video-opnamen. De Fransen namen de videocamera in beslag, maar Ann-Marie slaagde erin haar film langs de Franse beveiliging te smokkelen.
Frankrijk suggereerde later dat de matrozen ongewapend aan boord gingen en dat David McTaggert verwondingen opliep door op een schoenplaat te vallen terwijl hij zeelieden terug gooide. Ann-Marie’s foto’s – die de afranselingen van McTaggart en Ingram toonden – verschenen echter over de hele wereld en bewezen dat de Franse regering had gelogen over de aanval.

Linda Spong
Linda Spong hielp samen met haar man Paul de walviscampagne van Greenpeace op te zetten. In 1974 reisden zij naar Japan om een pro-walvisbeweging op te bouwen onder Japanse wetenschappers en sympathisanten.
In 1977 diende ze op de boot Meander, die een schip blokkeerde met vertegenwoordigers van 15 oliemaatschappijen die een olietankerhaven in het noorden van Brits Columbia aandeden. Tot op de dag van vandaag is Linda actief in de campagne om olietankers van de Canadese kust te weren.

Taeko Miwa en Carlie Trueman
Taeko Miwa en Carlie Trueman voerden mee op de eerste walviscampagne van Greenpeace. Trueman, een fervent duiker, was de eerste zodiac-specialist van Greenpeace en trainde de bemanningen in de bediening en het onderhoud van de opblaasbare boten die een icoon van Greenpeace zouden worden.
Miwa was een studente en milieuactiviste uit Japan die getuige was geweest van de verwoestende kwikvergiftiging in de Minamata-baai. Ze voerde campagnes tegen luchtvervuiling in Japan en diende als de Japanse vertaler van Greenpeace.

Bobbi Hunter en Marilyn Kaga
Bobbi was de belangrijkste fondsenwerver en officemanager van Greenpeace. In 1976 maakte ze samen met Marilyn Kaga deel uit van de walviscampagne. Dit was de eerste keer dat een harpoenboot werd tegen gehouden en de jacht werd beëindigd.

Susi Newborn en Denise Bell
Susi Newborn en Denise Bell kochten het eerste schip dat Greenpeace ooit bezat, de Rainbow Warrior. Met het schip confronteerden ze de IJslandse walvisvaarders in het noorden van de Stille Oceaan confronteren.
In het voorjaar van 1978 vertrok het schip met een internationale bemanning uit Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika, Zwitserland, Nieuw-Zeeland, Australië, de Verenigde Staten S en Canada. Ze confronteerden IJslandse en Spaanse walvisvaarders en ontmaskerden het Britse schip Gem, dat illegaal nucleair afval in de oceaan dumpte. Newborn schreef een persoonlijk verslag van de Rainbow Warrior: A Bonfire in My Mouth.