In ‘De grote supermarkt BioCheck’ liet Greenpeace eind 2017 zien wat zeven Nederlandse supermarktketens deden voor een duurzame landbouw. Een landbouw die vogels, vlinders en insecten helpt overleven in plaats van ze uit te roeien. We concludeerden dat het totale aanbod van gifvrije, biologische aardappelen, groenten en fruit (AGF) nog bedroevend laag was, maar dat een aantal supermarkten hoopvolle stappen vooruit had gezet. Vrijwel alle supermarkten beloofden Milieukeur – dat inmiddels On the way to PlanetProof (kortweg: PlanetProof) heet – als dé standaard voor 2020 te hanteren.
Grote uitzondering was Albert Heijn dat zijn eigen, naar nu blijkt doodlopende, pad koos. Greenpeace onderzocht wat er is terechtgekomen van de ambities van de supermarkten. Is hun duurzame AGF-aanbod vergroot en stimuleren zij hun telers daadwerkelijk om – blijvend – minder bestrijdingsmiddelen te gebruiken en meer samen te werken met de natuur? Lees het rapport ‘Supermarkten: Zwakste schakel in duurzame teelt?‘
Bijna alle Nederlandse AGF is nu 100% PlanetProof
Het goede nieuws is dat bijna alle aardappels, groenten en fruit uit Nederland in de schappen nu 100% PlanetProof zijn. PlanetProof – waarmee telers het gebruik van bestrijdingsmiddelen kunnen halveren zonder opbrengstverlies – is een belangrijke tussenstap naar biologische teelt. Supermarkten spelen hiermee een belangrijke rol in het hoognodige verminderen van gif in de landbouw – en dat is goed nieuws voor mens en natuur!
Enquête: Supermarkten en telers staan lijnrecht tegenover elkaar
Het slechte nieuws is dat supermarkten en telers lijnrecht tegenover elkaar blijken te staan als het gaat over compensatie van de extra kosten die telers maken voor Planet-Proof certificering. Hoewel de meeste supermarkten zeggen telers te compenseren voor de extra kosten die ze maken voor PlanetProof-producten, geven telers in onze enquête aan onvoldoende of geen vergoeding te krijgen. Geen wonder dat het draagvlak voor PlanetProof de afgelopen maanden zichtbaar is gedaald. Daarmee zetten supermarkten de toekomst van PlanetProof op het spel.
Groentenfabrikant HAK laat zien dat een reële meerprijs betalen wel kán. HAKs rode kool en spinazie hebben inmiddels het PlanetProof-keurmerk en daarvoor betaalt de fabrikant haar telers respectievelijk 10% en 30% extra.
Hekkensluiter Albert Heijn
Albert Heijn wilde niet meedoen aan PlanetProof, maar streefde er samen met stichting Natuur & Milieu naar om 27 bestrijdingsmiddelen in de AGF-teelt uit te bannen. We kunnen er kort over zijn: daar is weinig van terecht gekomen. Daarmee zijn supermarkt en telers na jaren verloren tijd weer terug bij af. Dit is dan ook een gemiste kans voor de grootste supermarkt, met een marktaandeel van 34,9% (2019), om substantieel bij te dragen aan duurzame landbouw.
Het rapport ligt er: wat nu?
Het kan niet zo zijn dat supermarkten mooie sier maken met hun PlanetProof-producten maar telers voor de kosten laten opdraaien. Naast het feit dat supermarkten met telers in gesprek moeten gaan en aan de bak moeten om telers een reële meerprijs te betalen heeft de overheid ook een grote verantwoordelijkheid. Supermarkten stimuleren om afspraken binnen de keten te maken over een duurzaam aanbod zou de eerste stap moeten zijn, in plaats van elkaar te beconcurreren via de meest onduurzame en milieu-onvriendelijke producten.
Greenpeace pleit voor een eerlijke prijs van voedsel (true cost pricing), waarin de milieubelasting is meegenomen in de prijs van het product. Daarop kan de overheid sturen via regelgeving, aanpassingen in het belastingstelsel en het stimuleren van de zogenaamde ‘stapeling van beloning’ voor boeren en telers.
Meer weten? Lees het rapport hier.