Het klimaat redden lijkt simpeler dan ooit. Je betaalt wat meer voor je vlucht of tankbeurt et voila: je CO2-uitstoot is gecompenseerd. Klinkt mooi, hoor ik je denken, maar maakt die 6 euro extra de reis naar Japan nou helemaal goed? Een terechte vraag. CO2-compensatie is dan ook vaak greenwashing van hier tot Tokio. Hoe zit het dan precies? En waar moet je op letten? Ik zoek het voor je uit.

Wat is CO2-compensatie?

Stel: je maakt een vliegreis. Dan stoot jouw vliegtuig CO2 uit. Verschillende vliegtuigmaatschappijen bieden de mogelijkheid om de CO2-uitstoot waar jij ‘verantwoordelijk’ voor bent (de hoeveelheid CO2 / het aantal passagiers), te compenseren. Dit kost wat extra geld. Maar wat is dat eigenlijk – CO2-compensatie? Het idee achter CO2-compensatie is dat de hoeveelheid CO2 die jij hebt uitgestoten ergens anders op de wereld weer uit de lucht wordt gehaald. Dit kan door geld te geven aan duurzame projecten. Denk aan het planten van bomen of het ondersteunen van opkomende landen in de transitie naar duurzame energie. In de praktijk wordt er dus niet minder CO2 uitgestoten, maar jouw milieuschade wordt in theorie ‘teniet’ gedaan – de CO2-rekening staat op nul. 

Greenwashing

CO2-compensatie is geen oplossing voor het klimaatprobleem. Sterker nog – het kan echte klimaatactie tegenwerken. Dankzij CO2-compensatie kunnen bedrijven zich een groen imago aanmeten zonder verder iets aan hun product of dienst te veranderen. Sterker nog: ze blijven je aanmoedigen rustig door te tanken en vliegen. Je hebt immers de mogelijkheid om “iets terug te doen voor de planeet.” Als jij het niet doet zeggen bedrijven: “we hebben het tenminste geprobeerd.” Zo kunnen ze zich bijvoorbeeld ten opzichte van de politiek als ‘verantwoord bedrijf’ presenteren.. En hiermee versterken ze de mythe dat de verantwoordelijkheid van de klimaatcrisis bij de klant ligt. Dit idee is het achterliggende probleem van de klimaatcrisis.

Wat dragen de compensatieprogramma’s bij?

Door consumenten verantwoordelijk te houden, kunnen bedrijven op dezelfde koers doorvaren. Ga maar na: als je een bedrijf extra geld geeft om ergens anders in een een project te stoppen, worden de eigen producten of diensten niet minder vervuilend. Ook de gefinancierde projecten zorgen niet per se voor minder uitstoot. Slechts 2% draagt bij aan een reductie van broeikasgassen. 

 Greenpeace medewerker kijkt naar de windmolens van windpark prinses Amalia. Schone energie leidt tot een reductie van CO2 uitstoot.

Hoe zit het dan met het planten van bomen?   

Bomen nemen CO2 op. Het is dus een aannemelijke gedachte dat een groot bos ook veel CO2 reduceert.

Dus ja: er moeten bomen worden geplant want we hebben alles nodig in de strijd tegen het klimaat – maar het moet dan wel op een slimme en biodiverse manier gebeuren. En we moeten er zeker geen belofte aanhangen dat dit snel genoeg leidt tot voldoende CO2-compensatie voor jouw vliegreis. 

Maar er kleven grote nadelen aan het planten van nieuwe bomen als CO2-compensatie. Een boompje moet eerst flink groeien, er zijn tientallen jaren voor nodig om jouw CO2 te compenseren. Maar we  hebben geen tientallen jaren om onze uitstoot naar beneden te brengen. Als we de aarde tot maximaal 1.5 graad dit willen bereiken, moeten we binnen 10 jaar de uitstoot met meer dan de helft verminderen. 

Ook nemen een simpele rij van dezelfde soort bomen veel minder CO2 op dan dan rijke, biodiverse bossen. De massale bomenplant-ideeën van grote bedrijven, Donald Trump en andere overheden moet je dan ook kritisch bekijken. Zeker omdat we overal ter wereld nog volop doorgaan met het kappen van oeroude, biodiverse bossen. Als we die nou eerst eens gaan beschermen is dat een stuk efficiënter.

Dus ja: er moeten bomen worden geplant want we hebben alles nodig in de strijd tegen het klimaat – maar het moet dan wel op een slimme en biodiverse manier gebeuren. En we moeten er zeker geen belofte aanhangen dat dit snel genoeg leidt tot voldoende CO2-compensatie voor jouw vliegreis. 

Welk CO2-compensatieprogramma is dan wél de moeite waard?

Dat is moeilijk te zeggen. Er zijn verschillende standaarden om de programma’s te meten, zoals de Gold Standard. Zeker nu er steeds meer programma’s bij komen, en er dus steeds meer geld in deze markt omgaat, krijgen we met allerlei cowboys te maken. Zelfs als een aanbieder bewezen kwalitatief is, moeten we maar zien of de beloofde CO2-reductie behaald wordt. In het geval van een aangelegd bos moet het bedrijf er dus voor zorgen dat de bomen gegarandeerd beschermd worden en tientallen jaren de ruimte krijgen om te groeien. De markt is zo nieuw dat we nog maar moeten zien of dat lukt.

Er bestaan ook projecten die geen bomen planten, maar enkel beschermen. Het bos blijft enkel staan. Dat is het. Er wordt geen extra CO2 uit de lucht gehaald. Bosbehoud is prachtig, maar dat is geen compensatie voor CO2 die ergens anders de lucht in gaat. Door zulke beloftes wil je het liefst een kettingzaag halen, toch? 

Hebben CO2-compensatieprogramma’s helemaal geen zin?

Als het programma goed is opgezet en goed wordt gemonitord, zorgt het voor geldoverdracht naar opkomende landen rond de evenaar. Dat zijn we dan ook aan deze landen verschuldigd. Omdat wij meer CO2 uitstoten, terwijl zij juist meer klimaatgevolgen ervaren. Ze hebben geld nodig om zich daarop voor te bereiden. 

Dus: toch wel CO2-compensatie? 

Als je echt een groene impact wil hebben dan is CO2-compensatie niet de beste weg. Het is eigenlijk een heel gek principe: als je bij KLM of Shell CO2-compenseert, geef je een rijke multinational meer geld geeft om iets ‘goeds’ te doen. Beetje omslachtig. Als je je CO2-uitstoot wil compenseren, waarom steek je het geld niet rechtstreeks in een onafhankelijk, duurzaam project in een oerwoud? Of sluit je aan bij een groene actie-organisatie. Door gezamenlijke actie verminderen we onze CO2-uitstoot zoveel meer dan in ons eentje bij het tankstation.

Klik je zorgen voor het klimaat niet weg voor een paar euro, maar zet je samen in voor onze aarde. Dat is nog veel leuker ook.

KLM is een grote vervuiler, verantwoordelijk voor vel CO2 uitstoot.
Doe mee