Amsterdam, 7 maart 2024

Betreft: opzegging Noordzeeakkoord

Geachte mevrouw Dekker, beste Sybilla,

Het Nederlandse poldermodel – waar stakeholders met heel uiteenlopende belangen consensus zoeken – is tot ver buiten onze landsgrenzen bekend. U geeft als voorzitter uitvoering aan het Noordzee Overleg (NZO) waarin het Rijk, de visserij, natuur- en milieuorganisaties, de zeehavens-branche en energiebedrijven (waaronder de wind- en de gassector) samenwerken. En daarnaast uitvoering geven aan de gemaakte afspraken die in het Akkoord voor de Noordzee (NZA) zijn vastgelegd. 

Greenpeace Nederland is van meet af aan betrokken geweest bij zowel de onderhandelingen als de uitvoering van het akkoord. Alle betrokken partijen vonden destijds dat het noodzakelijk is om de transitie naar groene energie, duurzame visserij en gezonde, weerbare natuur op de Noordzee in samenhang te bekijken. Dat was het startpunt. En hoewel de verschillende organisaties en bedrijfssectoren deels tegengestelde belangen hadden, was de inschatting dat we met gezamenlijke afspraken verder zouden komen, dan wanneer we op ‘de oude manier’ door zouden gaan. Dat leidde uiteindelijk tot een Akkoord voor de Noordzee. Niemand kreeg daarbij helemaal zijn zin, maar het was op grote lijnen een stap in de goede richting. 

Ik vind het daarom zeer teleurstellend te moeten melden dat we per direct uit het akkoord stappen, omdat de Rijksoverheid onvoldoende gecommitteerd is aan de gemaakte afspraken, zoals opnieuw blijkt uit de brief van staatssecretaris Vijlbrief aan het Noordzee Overleg van 29 februari jl. 

De gemaakte afspraken op het gebied van natuurbescherming zijn het absolute minimum wat er nodig is voor herstel en bescherming van het mariene ecosysteem. Als je de natuur een kans op herstel en bescherming wil geven, dan is de wetenschappelijke consensus dat je minstens een derde van de zeeën en oceanen met rust moet laten. Na moeizame en intensieve onderhandelingen met vertegenwoordigers uit de visserijsector kwamen we voor ruim 13 procent van de Nederlandse Noordzee uit op volledige sluiting van ecologisch waardevolle gebieden voor bodemberoerende visserij in 2023, wat zou doorgroeien naar 15 procent in 2030. Dat is niet veel, maar is altijd nog meer dan de hoeveelheid gesloten gebieden die er zonder NZA zouden zijn gekomen. 

De bescherming van de natuur kent binnen het Noordzee Overleg echter een valse start. De eerste 13 procent zou effectief een feit moeten zijn in 2023, maar dat is bij lange na niet gehaald. Over de resterende kleine 2 procent sluiting van beschermde natuurgebieden voor bodemberoerende visserij, blijft de discussie maar doorgaan, terwijl het rapport ‘de staat van de Noordzee’ een zeer zorgwekkend beeld geeft van de milieutoestand van de Noordzee. Beschermde gebieden zijn niet morgen maar eergisteren nodig. Ook om de minimale ecologische ruimte te bieden om verder te gaan met de energietransitie en te voorkomen dat deze vertraging oploopt. Dat de visserij de ruimte krijgt de al minimale afspraken uit het akkoord telkens ter discussie te stellen, zet de integriteit van het akkoord al behoorlijke tijd onder druk. En het gebrek aan daadkracht op dit punt bij de overheid is indrukwekkend te noemen. 

De reden dat wij uit het akkoord stappen, is echter een andere. Greenpeace is vanaf medio 2022 samen met diverse andere natuur- en milieuorganisaties met demissionair Staatssecretaris Vijlbrief  in gesprek, over de keuze van het Rijk om versneld naar gas te boren op de Noordzee. En daartoe vergunningen af te geven tot tenminste 2045. Greenpeace heeft zich tijdens de onderhandelingen van het NZA verzet tegen de afspraken over gaswinning op de Noordzee. En uitsluitend haar handtekening onder het akkoord kunnen zetten in de wetenschap dat diverse randvoorwaarden de gaswinning zouden beteugelen en begrenzen. Een van de belangrijkste afspraken van het NZA is dat de maximale omvang van gaswinning niet de grenzen van het Klimaatakkoord van Parijs mag overschrijden. De keuze van het Kabinet, bij monde van de heer Vijlbrief, voor versnelde en zeer langdurige gaswinning, staat daar aantoonbaar haaks op.

Ik citeer uit uw brief van 26 oktober 2023 aan staatssecretaris Vijlbrief: 

“In december 2022 ontvingen u en de minister van Infrastructuur en Waterstaat de appreciatie van mij als voorzitter van het Noordzeeoverleg (NZO) bij het rapport ‘Gaswinning op de Noordzee en de afspraken daarover in het Akkoord voor de Noordzee’. Daarin onderschreven alle NZO partijen gezamenlijk de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd … ook stonden zij onverkort achter de cijfers uit het rapport, die erop wijzen dat de verwachte Nederlandse cumulatieve CO2-emissies van de economie als geheel, waaronder die van aardgasverbruik, meer zijn dan het koolstofbudget van Nederland, op basis van de binnen het NZA afgesproken 80% waarschijnlijkheid van maximaal 1,5°C mondiale opwarming (de Parijsdoelstelling). De studie toont aan dat de cumulatieve emissies van Nederland het koolstofbudget op z’n laatst per 2034 zullen overstijgen, ongeacht welk verdelingsprincipe gehanteerd wordt voor de toedeling van het koolstofbudget aan Nederland”.

Versnelde winning van Noordzeegas en contracten tot 2045 (met de mogelijkheid langer door te gaan) maken de woorden van demissionair premier Rutte betekenisloos, die tijdens de laatste COP nog ferm sprak van ‘stepping up our efforts on phasing out fossil fuels’.

En het past dus ook niet binnen de afspraken van het Noordzeeakkoord. In dat akkoord is bovendien afgesproken dat als uit onderzoek zou blijken dat afspraken in strijd zijn met Parijs, in de Klimaatnota zou worden ingegaan hoe het passend kan worden gemaakt. Maar in de Klimaatnota 2022 en 2023 wordt hierover met geen woord gerept. Evenmin zijn in het NZO maatregelen besproken hoe het wel passend kan worden gemaakt.

Dat het Rijk haar voornemen tot versnelde en langdurige gaswinning desondanks doorzet, dwingt ons als organisatie afstand te nemen van het akkoord. Het Rijk schendt de afspraken die zijn gemaakt op een grove manier en ons herhaaldelijke protest werd keer op keer genegeerd.

Daar komt bij dat de argumenten van het Rijk om te kiezen voor versnelde en langdurige gaswinning op de Noordzee niet standhouden. De IEA roept overheden op geen nieuwe fossiele winning meer toe te staan, om de opwarming van onze planeet onder de 1,5 graden te houden. Als argument vóór versnelde winning op de Noordzee, worden vaak leveringszekerheid en betaalbaarheid aangevoerd. Onderzoek van HCSS laat echter zien dat de winning van Noordzeegas nauwelijks invloed heeft op de gasprijs en leveringszekerheid. En waar het Nederlandse kabinet nu nog de ambitie heeft om pas in 2050 klimaatneutraal te zijn, adviseren instituten als de Wetenschappelijke Klimaatraad het Nederlandse kabinet die ambitie te versnellen naar 2040. Langdurige gascontracten afgeven, verhoudt zich daar op geen enkele manier toe.

Consensus zoeken is op tal van terreinen uitermate belangrijk en meningsverschillen en belangenconflicten los je op door met elkaar in gesprek te gaan. Maar als er dan eenmaal afspraken zijn gemaakt en vastgelegd in een akkoord, dan is de belangrijkste spelregel dat partijen hun woord houden. Weigeren afspraken uit te voeren heeft ons vertrouwen in het Rijk als betrouwbare partner en in het functioneren van de polder stevig ondermijnd. 

De context waarin dit zich alles afspeelt weegt voor ons als organisatie zeer zwaar. Extreem weer zoals overstromingen, bosbranden, hittegolven, droogtes en stormen komen steeds vaker voor. Gemeenschappen wereldwijd worden in hun voortbestaan bedreigd en hun mensenrechten worden geschonden door onze weigering fossiele brandstoffen voortvarend uit te faseren. De biodiversiteit neemt mondiaal af, ecosystemen staan onder druk en de komende decennia dreigen 1 miljoen dier- en plantensoorten uit te sterven. In de context dat mensenlevens verloren gaan, hebben we een krachtige overheid nodig die de belangen van haar burgers dient. Niet een overheid die haar toevlucht zoekt tot in de basis al behoorlijk zwakke akkoorden, die vervolgens maar ten dele uitvoert en die de financiële belangen van de private sector boven het algemeen belang plaatst. Anders gezegd: bij brandstichting gaat de brandweer blussen en de politie de pyromaan bij de kladden grijpen. Niet de consensus zoeken tussen slachtoffer en dader en deze laatste de lucifers aanreiken.

Ik hoop dat u begrijpt dat het onmogelijk voor ons is door onze participatie dit akkoord nog langer te legitimeren. Ik wil u danken voor uw voorzitterschap. 

Met vriendelijke groet,

Andy Palmen

Directeur-bestuurder Greenpeace Nederland