Houtpellets, gebruikt voor de bijstook in Nederlandse energiecentrales, worden niet allemaal geproduceerd volgens de Nederlandse criteria voor duurzame biomassa. Dat is de uitkomst van het onderzoek van SOMO naar de productie van houtpellets in Estland. De duurzaamheidscriteria blijken niet meer dan een papieren tijger te zijn en werken in de praktijk niet.
Voor ons als gezamenlijke natuur- en milieuorganisaties is hiermee de maat vol. Wij stappen daarom vandaag uit het Convenant Duurzaamheid Biomassa.
In 2013 werd bij de onderhandelingen van het Energieakkoord een compromis bereikt tussen bedrijven, overheid en milieuorganisaties over de energietransitie. Greenpeace en de andere milieuorganisaties bedongen onder andere een snelle sluiting van kolencentrales, massale inzet van windmolens op zee en meer zonnepanelen. Dat was hard nodig om de energietransitie door te zetten. In 2015 werd het onderdeel biomassa apart uitgewerkt in het Convenant Duurzaamheid Biomassa.
Gevoelig compromis
Biomassa was voor ons het meest gevoelige onderdeel van het compromis. Dat hebben we geaccepteerd als deel van dat hele pakket, maar wel onder strenge voorwaarden: de hoeveelheid biomassa werd sterk beperkt – de industrie wilde nog veel meer. En we eisten dat de allerhoogste duurzaamheidscriteria zouden worden ontwikkeld. Want alleen onder deze voorwaarden zou biomassa, zoals deze houtpellets, wellicht een beperkte rol kunnen spelen.
Houtpellets, gemaakt van samengeperst zaagsel en houtsnippers, zijn voor Nederland de belangrijkste bron van biomassa voor energieproductie. In Nederland worden deze houtpellets op dit moment voornamelijk gebruikt voor bijstook in kolencentrales, maar er zijn plannen voor een groot aantal nieuwe kleine en middelgrote biomassacentrales.
Zorgen om de naleving
De milieuorganisaties bleven zich grote zorgen maken om de naleving van de duurzaamheidscriteria voor biomassa. Zij drongen er bij zowel de bedrijven in het Convenant als bij de overheid aan op strenge toetsing en controle. Maar dat kwam nooit goed van de grond. In plaats daarvan werden de criteria en hun naleving door de bedrijven en door de overheid in de loop der jaren steeds verder afgezwakt.
De opeenvolgende ministers van Economische Zaken en Klimaat wuifden de bezwaren van ons over de naleving van de duurzaamheidscriteria weg. Ondertussen nam de vraag naar biomassa alleen maar toe, aangezwengeld door de miljardensubsidies die de Rijksoverheid beschikbaar stelt. Toen in 2020 duidelijk werd waar al die biomassa die in Nederlandse energiecentrales werd verbrand, vandaan kwam en de eerste mediaberichten verschenen over misstanden, besloten we zelf de naleving van de criteria tot op de bodem uit te zoeken.
Exit Convenant Duurzaamheid Biomassa
Zie hieronder het resultaat van dit onderzoek. De conclusie van dit Somorapport is schokkend; de Estse natuur wordt wel degelijk ernstig geschaad door de productie van houtpellets. En ja, het is zeer aannemelijk dat deze houtpellets ook in Nederlandse energiecentrales zijn verbrand. De duurzaamheidscriteria zouden dit soort praktijken moeten uitsluiten, maar dit onderzoek toont aan dat ze dat in werkelijkheid dus niet doen. Daarmee is voor ons en de andere milieuorganisaties de maat vol en stappen we uit het Convenant Duurzaamheid Biomassa.
Wat dan wel? Het is simpel. De overheid moet per direct stoppen met de miljardensubsidies voor biomassa en deze inzetten op bewezen echt duurzame vormen van energie. Doe mee en teken onze oproep!
Lees hieronder het SOMO-rapport
Of lees de Nederlandstalige samenvatting van het SOMOrapport met onze standpunten.