Zes actievoerders van Greenpeace hebben de gebouwen van chemiereus 3M in Zwijndrecht beklommen, het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de historische vervuiling met PFOS in en rond de gemeente. Ze bevestigden er een spandoek met de boodschap ‘De vervuiler betaalt’.

Met deze actie wil Greenpeace wijzen op de verantwoordelijkheid van vervuiler 3M in het PFOS- schandaal.

Wij verwachten van 3M dat het zijn verantwoordelijkheid neemt en mensen en bedrijven vergoedt die schade lijden door deze vervuiling. Desnoods moet de Vlaamse regering dit via de rechtbank afdwingen. Het PFOS-schandaal moet een belangrijk precedent worden voor een eerlijk milieu- en klimaatbeleid. Het mag niet de belastingbetaler zijn die opdraait voor de kosten van milieuvervuiling en gezondheidsschade. De vervuiler moet de schade betalen, niet de regels bepalen”, zegt Joeri Thijs, woordvoerder van Greenpeace. 

De afgelopen weken werd duidelijk dat belangrijke actoren in politiek en administratie al in 2017 wisten van de onrustwekkende bodemvervuiling.  

“Omwonenden en het grote publiek werden bewust niet ingelicht over de vervuilde bodem, omdat ‘de schup’ voor de Oosterweelwerken nu eenmaal in de grond moest. Het PFOS-schandaal is symptomatisch voor de systeemfouten in het beleid, dat voorrang geeft aan kortzichtige economische belangen ten koste van milieu en gezondheid. Al te vaak rolt de politiek de rode loper uit voor vervuilende industrie”, zegt Joeri Thijs.

Greenpeace pleit samen met omwonenden voor een voorlopige stillegging van de Oosterweelwerken waarbij grondverzet komt kijken, in afwachting van sterkere garanties.

Boodschap voor werknemers

Greenpeace richt zich ook met flyers tot de werknemers in Zwijndrecht. De milieuorganisatie wil hiermee benadrukken dat de actie gericht is aan de bazen bij multinational 3M, en niet tegen de werknemers. “Wij vermoeden dat ook de werknemers van 3M zich zorgen maken over hun en ieders gezondheid. Zij kiezen niet welke producten hun werkgever produceert. Uiteindelijk delen milieubeweging, vakbonden en werknemers dezelfde bezorgdheden omtrent veiligheid en gezondheid”, besluit Joeri Thijs.