Gisteren begon de 30ste bijeenkomst van de Internationale Zeebodemautoriteit (IZA) in Kingston, Jamaica. België is aanwezig als lid van de Raad van de IZA maar tegelijk ook als officiële sponsor van Belgisch baggeraar DEME en diens ambities voor diepzeemijnbouw. België trok naar de internationale top met minder ambitie op vlak van oceaanbescherming. Zorgwekkend, vindt Greenpeace.
Op deze bijeenkomst van het IZA wordt het internationaal regelgevend kader omtrent mijnbouw in de diepzee – de zogenaamde Mining Code – besproken. Ook op de agenda: de allereerste vergunningsaanvraag voor commerciële mijnbouw in de afwezigheid van zo’n regelgevend kader. Want hoewel het regelgevend kader voor diepzeemijnbouw dus nog in volle onderhandeling is, heeft het Canadese bedrijf The Metals Company (TMC) wel al aangekondigd een vergunningsaanvraag voor diepzeemijnbouw in te dienen in juni. Dat zou de eerste keer zijn dat zo’n aanvraag ingediend wordt.
Ons land hield de voorbije jaren altijd vast aan drie voorwaarden vooraleer akkoord te gaan met diepzeemijnbouw: een internationaal regelgevend kader (de Mining Code), voldoende fundamenteel wetenschappelijk onderzoek over de impact op het onderwaterleven, en een akkoord over internationale beschermingsmaatregelen voor 30% van de oceaan. Vorige week beslisten de bevoegde ministers gezamenlijk dat ze die laatste voorwaarde afzwakken. België pleit nog steeds voor het principe van bescherming voor 30% van de oceaan, maar de uitvoering van dit principe is geen voorwaarde meer voor diepzeemijnbouw.
“Het is erg zorgwekkend dat het eerste wapenfeit van de nieuwe federale regering in dit debat meteen de Belgische ambitie voor oceaanbescherming afzwakt,” aldus Ruth-Marie Henckes van Greenpeace. “Wij begrijpen dat België weinig steun vond bij andere landen voor het oude standpunt, maar dan is het wel cruciaal om een andere voorwaarde te hanteren die nog steeds de bescherming van het leven in de oceaan voorop stelt. Nu lijkt het alsof milieubescherming gewoon een rij achteruit geschoven wordt.”
In België zijn 3 ministers verantwoordelijk voor het standpunt over diepzeemijnbouw: de minister van Justitie en Noordzee (Annelies Verlinden, CD&V), de minister van Economie (David Clarinval, MR) en de minister van Buitenlandse Zaken (Maxime Prévot, Les Engagés). Greenpeace roept de nieuwe ministers op om het Belgische standpunt te versterken door zich aan te sluiten bij de 32 landen die een voorzorgspauze op diepzeemijnbouw vragen.
De internationale top vindt plaats op een moment dat de diepzeemijnbouw industrie steeds wanhopiger begint te worden. Zo gaf The Metals Company eerder dit jaar een derde van haar concessiezone op in een poging om financiële verliezen in te perken en ontsloeg Loke Minerals de helft van haar personeel. Ook toont nieuw wetenschappelijk onderzoek de langdurende verwoestende impact van diepzeemijnbouw, in tegenstelling tot de beweringen van de industrie. Steeds meer bewijs leert tenslotte dat diepzeemijnbouw niet zal leiden tot een vermindering in mijnbouw voor nikkel en kobalt op land. “De wetenschap en de financiële markten zijn duidelijk: diepzeemijnbouw houdt zowel op economisch als op ecologisch vlak geen steek. Wij kijken daarom naar de IZA om deze verwoestende industrie te stoppen nog voor ze begint”’ besluit Henckes.