Doorheen de geschiedenis hebben mensen het land op onze blauwe planeet opgedeeld in stukken. Zo weten we bijvoorbeeld waar België eindigt en Frankrijk begint, wat bouwgrond is en wat niet, of waar de haag tussen naburige tuinen mag staan. Maar van wie is de oceaan? Het korte antwoord: van iedereen! Voor het lange antwoord lees je best even verder.

Een stukje oceaan is van België!

Ruim een derde van de oceaan heeft een eigenaar: het aangrenzende land. Landen die aan de kust liggen hebben de exclusieve rechten op de zee tot 22 kilometer van de kustlijn. Zo mag België zelf beslissen wat ze doet in het Belgisch deel van de Noordzee: zandwinning, windmolenparken, of beschermde gebieden creëren bijvoorbeeld. Met haar oppervlakte van 3,454 km2 is het eigenlijk een elfde provincie, maar dan onder water. Frankrijk heeft het grootste stuk oceaan in haar bezit (dit komt door de verschillende Franse overzeese gebieden: Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte), gevolgd door de VS, Australië en Rusland. 

Die regels werden vastgelegd in het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties. Naast regels voor de demarcatie van nationale wateren, creëert het verdrag ook een internationaal kader voor beslissingen in internationale wateren. Denk maar aan beslissingen over oceaanbescherming, scheepvaart, visserij en de ontginning van grondstoffen. 

Het meest bijzondere aan dit verdrag is het principe dat de oceaan gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid is. Dit betekent dat alle activiteiten in internationale wateren de mensheid in haar geheel ten goede moeten komen, los van nationale of commerciële belangen.

Onderwater meetstation op Ventotene eiland van Greenpeace Italië om de invloed van klimaatverandering op de onderwater biodiversiteit aan de kust te bestuderen..

Maar het grootste stuk is van de oceaan is van ons allemaal

De 64% van het oppervlak van de oceaan buiten de nationale grenzen is dus van iedereen – van jou, van mij, en van toekomstige generaties. Die 64% is goed voor wel 95% van het volume van de oceaan, omdat de oceaan buiten nationale grenzen ontzettend diep is en dus een groter volume heeft. 

Om die biodiversiteit te beschermen in het belang van de mensheid is internationale samenwerking nodig. Zo kunnen we dankzij het Oceaanverdrag van de Verenigde Naties binnenkort zeereservaten creëren om 30% van de oceaan te beschermen. Maar ook voor de ontginning van grondstoffen – zoals diepzeemijnbouw – in internationale wateren, is internationale samenwerking nodig, en dat gebeurt via de Internationale Zeebodemautoriteit (IZA). 

De IZA reguleert de ontginning van grondstoffen in de diepzee, en verleende 22 concessies aan bedrijven – telkens gesponsord door een land – om diepzeemijnbouw te testen in internationale wateren. Om het principe van gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid te verzekeren, werd binnen de IZA beslist dat er voor elke concessie voor een land in het Globale Noorden een even grote concessie naar een land uit het Globale Zuiden gaat. Op papier is dat een mooi principe, maar ons onderzoek toont dat in realiteit slechts een handvol westerse bedrijven met alle winst gaat lopen. 

Activisten van Greenpeace Griekenland projecteren een boodschap met de tekst: Onze oceaan is niet te koop’, vlakbij de Tempel van Poseidon bij Athene.

Neokolonialisme op zee, ten koste van kleine eilandstaten

Zo heeft het Belgisch diepzeemijnbouwbedrijf Global Sea Mineral Resources (GSR) – een dochterbedrijf van DEME – ook een joint venture in de Cook Islands. Via deze joint venture zou GSR de potentiële winsten van zowel de Belgische concessie als de concessie voor de Cook Islands binnenhalen. Beide bedrijven zijn namelijk in handen van dezelfde Belg. Tegelijkertijd creëert het bedrijf een groot financieel risico voor de Cook Islands zelf, omdat zij mede-verantwoordelijk zijn voor eventuele milieuschade veroorzaakt door GSR in de concessie van de Cook Islands. Dit patroon zien we ook bij het Canadese bedrijf The Metals Company, die concessies voor diepzeemijnbouw exploratie verkreeg via dochterondernemingen in Nauru, Kiribati en Tonga. 

Het is begrijpelijk dat kleine eilandstaten mogelijkheden tot economische ontwikkeling zoeken om letterlijk en figuurlijk boven water te blijven. Dat enkele politici meestappen in het verhaal van de diepzeemijnbouwindustrie kan echter niet op steun rekenen van lokale gemeenschappen en inheemse groepen. 

Zo riepen 69 inheemse leiders – ook in de Cook Islands – op voor een moratorium op diepzeemijnbouw. “Voor culturen in de Stille Oceaan is de oceaan een heilige plek, een levensbron en voorouder, en een brug naar plaatsen en mensen achter de horizon. We zouden de oceaan net zo min kwaad doen als een lid van onze familie. En net als bij familie zijn we afhankelijk van elkaar om te overleven.” 

Ook België is mede verantwoordelijk voor dat neokolonialisme op zee, door haar formele steun te verlenen aan GSR voor diepzeemijnbouw in internationale wateren. 

Zo gaat de mooie intentie om de oceaan als gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid te beheren verloren aan de geldzucht van enkele bedrijven.

Kortvinnige grienden gespot tijdens de tocht van het Greenpeace-ship Artic Sunrise naar de Sargassozee. De Sargasso is een van Greenpeace’s drie prioriteitsgebieden voor bescherming onder het nieuwe Oceaanverdrag.

De oceaan is ook van jou – help jij hem te beschermen?

De oceaan is dus ook van jou. Dat betekent dat ook jij mee zou moeten kunnen beslissen over wat ermee gebeurt. België speelt een belangrijke rol in dit debat, als lid van de IZA en sponsorland van het Belgische diepzeemijnbouwbedrijf van DEME. Laat daarom je stem horen voor onze oceaan, en teken de petitie tegen diepzeemijnbouw.

Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp