#50Years

Hoewel vooral mannen het nieuws haalden met de eerste campagnes van Greenpeace, hielpen veel sterke en visionaire vrouwen Greenpeace tot leven wekken. De familie van Greenpeace mede-oprichtster Dorothy Stowe – die op 23 juli 2010 overleed – organiseerde begin augustus een herdenking voor haar in de Unitarian Church in Vancouver, Canada. Verschillende van de andere vrouwen die mee hun schouders onder Greenpeace hebben gezet – Dorothy Metcalfe, Zoe Hunter en anderen – woonden de plechtigheid bij.

Heel wat mensen wachten op Martin Luther King of Mahatma Gandhi, maar die komen niet meer terug. We zullen het zelf moeten doen.”

– Marian Wright Edelman

Dorothy Stowe

Dorothy Stowe was de eerste voorzitster van haar lokale ambtenarenvakbond in Rhode Island, waar ze in het McCarthy-tijdperk zwaar te verduren had. Ze bracht haar huwelijksnacht door op een burgerrechtendiner, voerde campagne tegen kernwapens en emigreerde met haar man Irving naar Canada uit protest tegen de oorlog VS-Vietnam. Ze hielp bij het opzetten van de eerste Greenpeace-campagne, en organiseerde vroege Greenpeace-bijeenkomsten in haar huis. Dorothy serveerde altijd eten op deze vergaderingen, soms thee en koekjes, en doordrenkte de radicale politiek met een rustgevend gevoel van familie en gemeenschap.

Marie Bohlen

Dorothy Stowe en Marie Bohlen. © Greenpeace

Marie Bohlen (Nonnast) was illustrator van natuurboeken, lid van de Sierra Club en pacifist. Bij de geboorte van haar zoon, Paul, zwoer ze dat hij nooit naar de oorlog zou gaan. Zij ontmoette Jim Bohlen op een vredesmars van quakers in Philadelphia, Pennsylvania in 1958. Ze trouwden en zij introduceerde hem bij de Quaker Society of Friends en de Sierra Club. Toen Paul in 1967 geschikt werd bevonden voor het Amerikaanse leger, emigreerden ze naar Vancouver, Canada, waar ze de Stowes  ontmoetten en mee aan de wieg stonden van het Don’t Make A Wave Committee, dat later Greenpeace zou worden.

In februari 1970, tijdens een discussie over hoe de Amerikaanse kernbomproeven in Alaska te stoppen, stelde Marie het idee voor om met een boot naar de testlocatie te varen en de confrontatie met de bom aan te gaan. Dit werd de eerste Greenpeace-actie. Aangezien de reis haar idee was, was Marie van plan de Quakers op de boot te vertegenwoordigen. Uiteindelijk besloot ze in Vancouver te blijven en met Dorothy Stowe en de anderen samen te werken. Zo waren er aan boord van de Phyllis Cormack – de eerste Greenpeaceboot – alleen mannen. Bob Hunter merkte later in een kranteninterview op dat dit een vergissing was geweest en dat de helft van de bemanning uit vrouwen had moeten bestaan.

De BC Voice of Women, geleid door Deeno Birmingham, speelde een sleutelrol in die eerste campagne, door fondsen te werven en een petitie te richten aan de Canadese regering om het protest te steunen. Deeno stelde haar man, Dave Birmingham, aan als ingenieur op de Phyllis Cormack. Lille d’Easum, een directeur van de Voice of Women, schreef het eerste technische rapport van Greenpeace, een studie over stralingseffecten.

Dorothy Metcalfe

Dorothy Metcalfe (Harris) was verslaggeefster bij de Winnipeg Tribune toen zij journalist Ben Metcalfe ontmoette. Ze trouwden en reisden in de jaren 1950 naar Europa, waar ze verhalen schreven voor de North America Newspaper Alliance.

Tijdens de eerste Greenpeace-campagne veranderde ze haar huis in een radiokamer, waar ze radioberichten van Ben – die op de Phyllis Cormack zat – doorgaf aan de internationale media. Toen de VS de test uitstelden en de bemanning een veilige haven in Kodiak, Alaska overwoog, moedigde Dorothy hen aan door te gaan in de richting van de Aleoeten-eilanden. “Het momentum bouwt zich op,” adviseerde ze.

Dorothy lobbyde bij Canadese parlementsleden, wat resulteerde in drie moties waarin de VS werd opgeroepen de test te annuleren. Ze belde het kantoor van de Canadese premier Pierre Trudeau en drong er bij hem op aan naar Washington te reizen om de Amerikanen te confronteren. Via de media stuurde ze een boodschap “van de echtgenotes en families van de mannen aan boord van de Greenpeace. Onze mannen riskeren hun leven… voor het welzijn van de hele mensheid.” Toen ze Trudeau ervan beschuldigde laf te zijn, vonden sommige aanhangers dat ze te ver was gegaan. “Dit is een democratie,” vond Dorothy Metcalfe. “Mensen hebben de verantwoordelijkheid om voor hun mening uit te komen.”

Tijdens de Franse nucleaire campagne verzorgde Dorothy Metcalfe opnieuw het mediacentrum. Ze woonde ook de eerste milieuvergadering van de VN in Stockholm bij, en regelde een audiëntie bij de paus in het Vaticaan om de Greenpeace-vlag te zegenen.

“Je moet denken als een held om je te gedragen als een gewoon fatsoenlijk mens.”

– May Sarton

Zoe Hunter

Zoe Hunter (Rahim), een lid van de Britse Campagne voor Nucleaire Ontwapening, ontmoette Bob Hunter in Londen in 1962. Zij introduceerde hem in het pacifistische werk van Bertrand Russell en nam hem in 1963 mee op de vredesmars naar de nucleaire installatie van Aldermaston, Hunter’s eerste politieke protest. Ze trouwden en kregen twee kinderen, Conan en Justine. Zoe werkte samen met Dorothy Stowe en Dorothy Metcalfe aan de bevoorrading van de eerste twee Greenpeace-schepen. Tegenwoordig werkt ze voor Amnesty International in Canada.

Ann-Marie Horne en Mary Lornie

De eerste twee vrouwen die deelnamen aan een Greenpeace-campagne waren Ann-Marie Horne en Mary Lornie uit Nieuw-Zeeland, aan boord van de Vega, die in 1973 het Franse nucleaire testterrein in Moruroa Atoll binnenvoer. Toen Franse matrozen aan boord van de Vega gingen en David McTaggart en Nigel Ingram aanvielen, maakte Ann-Marie foto’s en Mary Lornie video-opnamen. De Fransen namen de videocamera in beslag, maar Ann-Marie slaagde erin haar film langs de Franse beveiliging te smokkelen. Frankrijk beweerde: “Onze mannen gingen ongewapend en zonder slag of stoot aan boord van zijn schip” en suggereerde dat McTaggart zijn verwondingen opliep door op een schoenplaat te vallen terwijl hij “probeerde onze zeelieden terug in zee te gooien”. Ann-Marie’s foto’s – die de afranselingen van McTaggart en Ingram toonden – verschenen echter over de hele wereld en bewezen dat de Franse regering had gelogen over de aanval.

Linda Spong

Linda Spong, 1976. © Greenpeace / Rex Weyler

Linda Spong, artieste en muzikante, hielp samen met haar man Paul de walviscampagne van Greenpeace op te zetten. In 1974 reisden zij naar Japan met hun zoon Yasha en tolken Maya Koizumi en Michiko Sakata, om een pro-walvisbeweging op te bouwen onder Japanse wetenschappers en sympathisanten. In 1977 diende ze op de Greenpeaceboot Meander, die een schip blokkeerde met vertegenwoordigers van 15 oliemaatschappijen die een olietankerhaven in het noorden van Brits Columbia aandeden. Tot op de dag van vandaag is Linda actief in de campagne om olietankers van de Canadese kust te weren.

Taeko Miwa en Carlie Trueman

Taeko Miwa en Carlie Trueman voeren mee op de eerste walviscampagne van Greenpeace. Trueman, een fervent duiker, was de eerste zodiac-specialist van Greenpeace, en trainde de bemanningen in de bediening en het onderhoud van de opblaasbare boten die een icoon van Greenpeace zouden worden. Miwa was een studente en milieuactiviste uit Japan die getuige was geweest van de verwoestende kwikvergiftiging in de Minamata-baai. Ze voerde campagnes tegen luchtvervuiling in Japan en diende als de Japanse vertaler van Greenpeace.

“Als ik natuurlijke dromen droomde over een natuurlijke vrouw die doet wat een vrouw doet als ze natuurlijk is, zou ik een revolutie hebben.”

– Nikki Giovanni

Bobbi Hunter en Marilyn Kaga

Bobbi Hunter (Innes) hielp bij de lancering van de eerste walviscampagne, leidde het eerste openbare Greenpeace-kantoor in Vancouver, en haalde veel van het geld op voor de eerste walvis- en zeehondencampagnes. Als projectmanager voor een kabelmaatschappij had zij de werkstroom van honderden technici bijgehouden en zij paste deze vaardigheden toe op Greenpeace; Bobbi werd een sleutelfiguur in het organiseren van een onsamenhangende Greenpeace-groep die drie campagnes voerde met bescheiden inkomsten. In 1976 waren Bobbi en Marilyn Kaga de eerste vrouwen die een blokkade opwierpen tegen een walvisjachtschip, de Russische harpoenboot Vlasny.

Tegen de tijd van de walvis- en zeehondencampagnes in de jaren zeventig stonden vrouwen regelmatig in de frontlinie van Greenpeace-acties. Eileen Chivers, Henrietta Nielson, Bonnie MacLeod, Bree Drummond, Mary-Lee Brassard, Susi Leger en andere vrouwen deden mee aan de walvis- en zeehondencampagnes in die tijd.

Susi Newborn en Denise Bell

Ondertussen, in Londen, kochten en rustten Susi Newborn en Denise Bell het eerste schip uit dat Greenpeace ooit bezat, de Rainbow Warrior. Newborn en Bell, die de IJslandse walvisvaarders in het noorden van de Stille Oceaan wilden confronteren, vonden de 134 voet lange trawler Sir William Hardy, brachten het geld bijeen om het te kopen, en schakelden Newborn’s jeugdvriend Athel von Koettlitz in om hen te helpen het schip weer tot leven te brengen. In het voorjaar van 1978 vertrok het schip met een internationale bemanning uit Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika, Zwitserland, Nieuw-Zeeland, Australië, de VS en Canada. Ze confronteerden IJslandse en Spaanse walvisvaarders en ontmaskerden het Britse schip Gem, dat illegaal nucleair afval in de oceaan dumpte. Newborn schreef een persoonlijk verslag van het Rainbow Warrior verhaal, A Bonfire in My Mouth.

De naam Rainbow Warrior kwam uit een klein boek, Warriors of the Rainbow, door de Aleoeten William Willoya en Vinson Brown. In het verhaal ‘Return of the Indian Spirit’ vraagt een 12-jarige jongen aan zijn overgrootmoeder, Ogen van het Vuur, “Waarom zijn er zulke slechte dingen gebeurd met ons volk?” De Grootmoeder vertelt de jongen over een profetie dat op een dag mensen van alle rassen van de wereld zich zullen verenigen om de Aarde van de ondergang te redden en dat deze mensen bekend zullen staan als Krijgers van de Regenboog. Dit verhaal inspireerde de traditie van de Rainbow Warrior in Greenpeace en tot op de dag van vandaag laat de grootmoeder haar krachtige licht en visie over Greenpeace schijnen.

Geschreven door Rex Weyler

#50Years Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp
Facebook Facebook Instagram Instagram Twitter Twitter YouTube YouTube Pinterest Pinterest