Olie- en gasbedrijf Shell krabbelt terug in een Britse rechtszaak die bedoeld was om Greenpeace te intimideren en het zwijgen op te leggen. Dat is geweldig goed nieuws. Hopelijk is het een signaal dat ook andere grote fossiele bedrijven oppikken. Want helaas was deze zaak niet de enige in zijn soort.
Vorig jaar klaagde Shell onze collega’s van Greenpeace UK, Greenpeace International en negen actievoerders aan voor miljoenen dollars na een volkomen vreedzaam protest. Toch kwamen ze achter ons aan met een rechtszaak.
Shell eiste 1 miljoen dollar schadevergoeding – en was van plan om nog eens 10 miljoen aan juridische kosten te maken, die Greenpeace had moeten betalen als we de zaak verloren.
Voor een miljardenbedrijf als Shell is dat peanuts. Voor Greenpeace in het Verenigd Koninkrijk was dit een van de grootste bedreigingen in haar bijna 50-jarige geschiedenis.
Maar voor Shell ging het nooit om het geld. De echte reden achter hun aanklacht kwam aan het licht toen het bedrijf tijdens vroege onderhandelingen aanbood om de zaak in te trekken als wij beloofden om nooit meer actie te voeren tegen hun booreilanden, in de haven en op zee – voor altijd. De maskers gingen af. Dit was een SLAPP-aanklacht uit het boekje – een intimiderende juridische tactiek om critici het zwijgen op te leggen.
Maar dankzij steun van onze supporters en het grote publiek werd de zaak al snel een PR-schandaal voor Shell, en trok het bedrijf zijn onredelijke eisen in. Ook beroemdheden als Joe Lycett, Stephen Fry en Emma Thompson kwamen op tegen Shell. De zaak werd door Forbes de ‘Cousin Greg’-rechtszaak genoemd, naar een scène in Succession waarin het onfortuinlijke personage Greenpeace dreigt aan te klagen.
Shell voelt publieke druk en gaat akkoord met schikking
Dat Shell nu terugkrabbelt en akkoord ging om een schikking te treffen, is het bewijs dat publieke mobilisatie werkt. Daarmee komt ook een einde gekomen aan de rechtszaak. Met de getroffen schikking gaat er trouwens geen cent van onze donateurs naar Shell. Greenpeace UK is wel overeengekomen om £300.000 te doneren aan de Britse kustwacht. Hun missie om levens op zee te redden is nog belangrijker geworden nu de klimaatcrisis stormen en overstromingen aanwakkert. Onze collega’s hebben ook afgesproken om de komende vijf jaar niet te protesteren bij drie olie- en gasvelden van Shell en de komende tien jaar bij een vierde, allemaal in de Noordzee. Dit zijn grotendeels tanende velden waar Shell al jaren boort en waar we geen plannen hadden om actie te voeren.
Toch vindt Greenpeace het niet leuk om dit soort toegevingen te moeten doen aan een fossiel bedrijf, maar het alternatief had veel erger kunnen zijn. Want dat is de absurde aard van dit soort intimidatie-rechtszaken: zelfs als Greenpeace had gewonnen, hadden we nog steeds slechter af kunnen zijn dan door nu te schikken.
Juridische gevechten over de hele wereld
Maar deze juridische strijd is dan wel voorbij, de vuile trucs van de fossiele industrie zullen niet verdwijnen. Greenpeace wordt geconfronteerd met nog meer juridische gevechten over de hele wereld. Zo loopt in North Dakota nu ook een rechtszaak van olie- en gasbedrijf Energy Transfer die met een schadeclaim van maar liefst 300 miljoen dollar het voortbestaan van Greenpeace in de VS bedreigt.
De rechtszaak komt voor in februari 2025. Verlies zou een onaanvaardbaar precedent scheppen en ons recht om te protesteren wereldwijd in gevaar brengen. We kunnen niet toelaten dat fossiele energiebedrijven het zwijgen opleggen aan wie zich tegen hen verzet.
Vandaag hebben we jou en je stem nodig. Sluit je aan bij de internationale beweging door deze petitie te ondertekenen. Steun ons en laat de grote vervuilers zien dat wij ons niet laten intimideren! Bedankt.