Het gerechtshof in Den Haag bekrachtigde vandaag niet het vonnis van de rechtbank, die in 2021 oordeelde dat Shell haar CO2-uitstoot met 45% omlaag moet brengen in 2030. Shell is wel verantwoordelijk voor het reduceren van haar CO2-uitstoot om de klimaatcrisis tegen te gaan, volgens het gerechtshof. Ook stellen de rechters dat Shell’s investeringen in nieuwe olie- en gasvelden op gespannen voet kunnen staan met het Parijsakkoord. De klimaatzaak Shell is aangespannen door Milieudefensie, samen met Greenpeace Nederland, andere maatschappelijke organisaties en 17.379 individuele mede-eisers.
Andy Palmen, directeur van Greenpeace Nederland: “Dat is een tegenslag voor alle mensen die getroffen worden door de klimaatcrisis. We zijn teleurgesteld dat Shell door mag gaan met vervuilen. Wij geven de strijd niet op en dit motiveert ons alleen maar meer om in actie te komen tegen grote vervuilers. Het geeft echt hoop dat de rechter vaststelt dat Shell mensenrechten moet respecteren en een plicht heeft om haar CO2-uitstoot terug te dringen om de klimaatcrisis tegen te gaan.
De uitspraak van vandaag onderstreept hoe belangrijk het is dat de wereldleiders die nu onderhandelen op de VN Klimaattop in Bakoe hun verantwoordelijkheid nemen. Op de top in Dubai vorig jaar werd het einde van kolen, olie en gas ingeluid, nu moeten regeringen met concrete plannen komen om af te stappen van fossiele brandstoffen.”
Ook Greenpeace België is samen met landbouwer Hugues Falys en o.a de Franstalige Liga voor de Mensenrechten partij in een rechtszaak tegen een ander groot fossiel vervuilend bedrijf, het Franse TotalEnergies.
“Natuurlijk zou het nog een sterker precedent geweest zijn als de becijferde uitstootreductie ook in beroep gehandhaafd was gebleven”, voegt Joeri Thijs van Greenpeace België daarover toe. “Maar in dit vonnis wordt wel opnieuw erg duidelijk de verantwoordelijkheid van Shell als groot olie- en gasbedrijf in de klimaatcrisis benoemd, en ook de plicht om die uitstoot te verminderen en mensenrechten te respecteren. Daar bouwen wij op voort om onze argumentatie verder te versterken in de zaak van Hugues Falys tegen TotalEnergies, waar wij ook betrokken partij zijn.”