Greenpeace reageert op conceptnota N-VA die asbestproducenten financieel wil laten bijdragen aan het verwijderen van asbest.
“Het is zeer terecht dat politici historische asbestproducenten mee willen laten opdraaien voor de opkuis van asbest en de gezondheidsschade die asbest veroorzaakt(e). Het is niet meer dan logisch om het ‘vervuiler-betaalt’ principe op deze producenten toe te passen. Maar dit moet zich ook vertalen naar andere sectoren. Gaan we even lang talmen als met asbest om grote klimaatvervuilende bedrijven mee te laten betalen voor klimaatschade?”, reageert Joeri Thijs, woordvoerder van Greenpeace België, op de asbest-conceptnota die vandaag besproken wordt in de commissie Leefmilieu van het Vlaams parlement.
Grote fossiele bedrijven zoals TotalEnergies of Shell zijn zich al decennialang zeer goed bewust van de schadelijke impact van hun fossiele brandstoffen op ons klimaat. Desondanks zaaiden zij jarenlang twijfel en lobby(d)en ze overal ter wereld actief tegen klimaatbeleid. [1]
“Bovendien plannen deze grote klimaatvervuilers vandaag nog steeds nieuwe investeringen in fossiele projecten. Dit terwijl we weten hoe desastreus de gevolgen van de klimaatcrisis zijn voor de samenleving, denk bijvoorbeeld aan de verwoestende gevolgen van extreem weer zoals overstromingen. Dat maakt hen minstens zo misdadig als de asbestproducenten.”
“De waterbom die in 2021 in Wallonië viel, zorgde niet alleen voor onnoemelijk veel menselijk leed maar kostte verzekeraars en de belastingbetaler ook om en bij de 2 miljard euro [2]. Als een soortgelijke waterbom in Vlaanderen zou vallen, zou dat naar schatting tot 8 miljard euro kunnen kosten. [3] Wij roepen de parlementairen die deze asbeststrijd voeren op om het ‘vervuiler betaalt’ principe ook zo snel mogelijk concreet te maken voor grote fossiele bedrijven”, besluit Thijs.
Noten
[3]