Een nieuwe Europese studie van Greenpeace toont aan dat vliegreizen nog steeds goedkoper zijn dan de trein op de meeste internationale routes. Een analyse van 142 routes in 31 Europese landen laat zien dat vliegen op 54% van de 109 onderzochte internationale routes meestal goedkoper is dan de trein. [1] In België is 60% van de onderzochte routes goedkoper met het vliegtuig dan met de trein.
“Het Europese belastingsysteem blijft de meest vervuilende manier van reizen bevoordelen, terwijl de klimaatcrisis steeds voelbaarder wordt met branden, hittegolven en droogtes. Het is absurd dat je van Barcelona naar Londen kan vliegen voor 15 euro, terwijl de trein op dezelfde route tot 26 keer duurder is. De luchtvaart profiteert van oneerlijke belastingvoordelen, terwijl treinreizigers de rekening betalen”, zegt Joeri Thijs van Greenpeace België.
Lowcostmaatschappijen zoals Ryanair, Wizz Air, Vueling en easyJet domineren het Europese luchtruim met ticketprijzen die vaak lager zijn dan luchthaven- en tickettoeslagen. Deze prijzen zijn alleen mogelijk doordat vliegtuigbrandstof onbelast is en internationale vliegtickets vrijgesteld zijn van btw. Spoorwegmaatschappijen daarentegen betalen vaak volledige btw en hebben te maken met stijgende energiekosten en hoge infrastructuurvergoedingen.
Enkele cijfers uitgelicht:
- België staat op de zesde plaats van slechtst scorende Europese landen: maar liefst 60% van alle routes vanuit ons land zijn duurder met de trein dan met het vliegtuig. Slechts drie bestemmingen – Berlijn, Hamburg en Zürich – zijn doorgaans voordeliger per trein. Opvallend is dat zelfs naar Londen, ondanks een treinreis van amper twee uur, het vliegtuig op ongeveer de helft van de dagen de goedkoopste optie blijft.
- Het grootste prijsverschil vanuit ons land werd vastgesteld op de route Madrid–Brussel. Voor een reis op middellange termijn kostte de trein maar liefst 11,5 keer zoveel als het vliegtuig.
- Frankrijk voert de lijst van slechtst scorende landen aan: 95% van de routes is daar duurder per trein. Spanje (92%) en het VK (90%) vullen de top drie aan.
- Met een treinkaartje dat tot 26 keer zo duur is als een vliegticket voor een reis op dezelfde dag, is Barcelona-Londen de route met het grootste prijsverschil in de analyse: 14,99 euro voor het vliegtuig tegenover 389 euro voor de trein bij één middellange boeking.
- Slechts 29 van de 142 onderzochte routes waren altijd of bijna altijd goedkoper met de trein. Dit zijn vooral routes in Centraal- en Oost-Europa, met name in de Baltische staten en Polen.
- Sinds 2023 is het aandeel routes waarop de trein meestal goedkoper is met 14 procentpunt gestegen, dankzij betere spoorverbindingen en minder ultragoedkope vluchtverbindingen via hubs als Londen of Dublin.
Klimaattickets
De milieukosten van dit oneerlijke prijssysteem zijn enorm. Vliegtuigen stoten gemiddeld vijf keer meer CO₂ per passagierskilometer uit dan treinen, en vergeleken met spoorlijnen die op 100% hernieuwbare elektriciteit rijden, kan de impact zelfs meer dan 80 keer zo groot zijn. Toch blijven kunstmatig lage vliegprijzen reizigers richting het vliegtuig duwen.
Greenpeace roept de EU en nationale overheden op om het vervoersbeleid te hervormen door het beëindigen van subsidies voor de luchtvaart, het invoeren van een eenvoudig ticketsysteem voor de trein, en meer te investeren in openbaar spoorvervoer. Ook pleit de organisatie voor de invoering van ‘klimaattickets’: betaalbare en eenvoudige tickets die geldig zijn op alle vormen van openbaar vervoer in een land of een bepaalde regio, inclusief alle treinen en mobiliteit over de grenzen heen.
“Elke route waarop vliegen goedkoper is dan de trein, is een politieke mislukking”, besluit Joeri Thijs. “In het regeerakkoord belooft de Arizona-regering om in te zetten op ‘meer en betere Europese treinverbindingen’ en ‘gezonde prijsconcurrentie op internationale routes’. Hoog tijd om dat concreet te maken: treinreizen moet de goedkoopste en makkelijkste keuze worden, niet het laatste redmiddel.”
Noot:[1] Het rapport vergelijkt ticketprijzen voor 142 routes, waaronder 109 internationale en 33 binnenlandse trajecten, door de tarieven voor negen verschillende reisdata te analyseren binnen drie boekingsperiodes (kort, middellang en lang van tevoren). De studie omvatte vrijwel alle Europese landen en alleen routes korter dan 1.500 km vliegafstand, die zowel per trein als vliegtuig redelijk af te leggen zijn. Voor elke route werden tickets gecheckt voor 9 verschillende dagen, verspreid over drie boekingsmomenten.