De coronacrisis herinnert ons aan de noodzaak van lokale, duurzame en weerbare voedselsystemen. Het is geen toeval dat boeren die hun ecologisch geteelde oogst via de korte keten verkopen het vandaag opvallend goed doen.

Toch steken ook nu enkele weerbarstige mythen over de industriële landbouw weer de kop op. Dat is een probleem, want financiële steun (zoals landbouwsubsidies) voor niet-levensvatbare industriële ondernemingen hangt sterk samen met het geloof in deze mythen.

MYTHE 2: Onze veeteelt is superefficiënt

Een terugkeer naar business as usual is voor Greenpeace en vele mensen geen optie. Daarom zullen we de komende 4 weken (tot 17 juni) de belangrijkste mythes over de industriële landbouw één per één ontkrachten. Hier gaan we…

MYTHE 1: “Industriële landbouw voedt de wereld”

We horen dikwijls dat de industriële landbouw nodig is om een groeiende wereldbevolking te voeden. Maar klopt dat wel? 

Vandaag telen we al genoeg gewassen om de verwachte wereldbevolking van 9,7 miljard mensen in 2050 te voeden (bron). Honger bestrijden is geen kwestie van meer voedsel kweken, maar eerder gelinkt aan politieke en economische factoren: armoede, discriminatie en toegang tot voedsel. Dat weten we ondertussen al 50 jaar (zie Diet for a small planet). 

Bovendien is het niet de industriële landbouw, maar zijn het vooral kleine familiale landbouwers die vandaag de wereld voeden. Meer bepaald produceren ongeveer 500 miljoen familiale landbouwers meer dan driekwart van alle voedsel (bron). Bijna driekwart van alle boerderijen wereldwijd zijn nog geen 1 hectare groot (bron). 

Hoewel we steeds meer voedsel produceren, zit het aantal mensen dat honger lijdt sinds 2015 in de lift. 820 miljoen mensen (1 op 9) is ondervoed, terwijl 2 miljard volwassen (bijna 2 op 5) met overgewicht kampt (bron). De industriële landbouw heeft de belofte om de honger uit te bannen niet waargemaakt.

Dat komt omdat de industriële landbouw vooral produceert voor dieren, auto’s en fastfood

Onze veestapel

Bijna 74% van onze landbouwgrond (cijfers voor België via FADN) wordt vandaag gebruikt om veevoer te telen voor de meer dan 50 miljoen kippen, varkens en koeien in België. Daarnaast is er nog eens een areaal ter grootte van Henegouwen nodig in landen als Brazilië voor de teelt van soja, als voeder voor al die dieren in de Belgische veeteelt (bron). Dat mag niet verbazen als je weet dat er jaarlijks ongeveer 296 miljoen kippen, 11 miljoen varkens; en 837.000 koeien worden geslacht in ons land (bron). Deze dieren dienen vooral voor de export. In 2018 voerden we 1,4 miljoen ton kippen, varkens en koeien uit. 

De huidige crisis maakt duidelijk hoe absurd deze massale overproductie is: varkensstallen zitten overvol met te dikke dieren die onze overheid blijkbaar zou moeten opkopen en invriezen.

Voedsel in onze brandstoftank

Eerste vaststelling: in België is maar liefst 97% van de gebruikte biobrandstof op basis van voedselgewassen. Tweede vaststelling: het gebruik van biobrandstoffen stijgt enorm. Sinds 2015 verbruiken onze motoren dubbel zoveel maïs en drie keer zoveel tarwe. De hoeveelheid soja in onze tanken is tussen 2017 en 2018 vertienvoudigd. In 2018 werd maar liefst 800.000 ton voedselgewassen omgezet in biobrandstof voor de Belgische markt (bron). 

Er werd evenveel graan verwerkt in bio-ethanol als wat 2,3 miljoen mensen eten op een jaar (met een gemiddelde graanverbruik van 155 kg per persoon per jaar). En de hoeveelheid plantaardige olie verwerkt tot biodiesel staat gelijk met het verbruik van 17 miljoen mensen (met een gemiddeld verbruik van plantaardige olie 25 liter per persoon per jaar, bron). 

Een areaal ter grootte van Antwerpen en Vlaams-Brabant samengeteld is nodig in het buitenland voor de productie van Belgische biobrandstoffen.

Fastfood

In België produceren we bijna 5 miljoen ton aardappelen voor puree, frietjes, chips en andere bewerkt voedsel. 90 procent van de Belgische diepvriesfrieten voeren we uit. Zonder afzetmarkt als gevolg van de coronacrisis zitten de aardappelboeren nu ook diep in de problemen – met een overschot van 750.000 ton patatten. Moeten we dan met z’n allen meer frietjes gaan eten

Een beter idee is om deze crisis aan te grijpen om heel ons landbouwmodel op de schop te nemen.

(Mythe 2: Onze veeteelt is superefficiënt)

Vraag onze Belgische en Europese politici om meer steun te geven aan ecologische boeren die telen met de natuur

Nu is het moment! Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp
Facebook Facebook Instagram Instagram Twitter Twitter YouTube YouTube Pinterest Pinterest