Vandaag heeft het VN klimaatpanel IPCC zijn zesde rapport (AR6 Synthesis Report) gepubliceerd. Het brengt de bevindingen samen uit de zes rapporten die het IPCC sinds 2018 heeft gepubliceerd en biedt zo een overzicht van de huidige wetenschappelijke inzichten over de klimaatcrisis: wat zijn de oorzaken, wat zijn de gevolgen en wat zijn de oplossingen? In deze blog gaan we dieper in op de gevolgen van de temperatuurstijging.

Action at Power Plant Niederaussem in Germany. 2019.

Wat is de definitie van gevaarlijke klimaatverandering? Voor wie precies wordt het gevaarlijk? En vanaf wanneer? Vanaf welk punt worden de risico’s en gevolgen ervan onduldbaar? In 2001 beantwoordden wetenschappers deze vragen, naar aanleiding van het derde IPCC-rapport, met een diagram dat volgens een kleurschakering toont hoe zij de globale risico’s en gevolgen van temperatuurstijgingen inschatten.

De grafiek heette Reasons For Concern, maar werd snel beter bekend als The Burning Embers (de brandende kooltjes). In de grafiek zetten wetenschappers verschillende klimaatrisico’s af over vijf kolommen, of vijf redenen tot bezorgdheid (reasons for concern, RFC), die telkens een verschillend aspect van de algemene klimaatdreiging meten.

Het burning embers-diagram met de vijf redenen tot bezorgdheid, zoals weergegeven in het derde IPCC-rapport (TAR, 2001). (Bron: IPCC 2001)

De legendes bij deze kolommen luiden als volgt:

RFC1 / Unieke en bedreigde systemen

Risico’s voor ecologische en menselijke structuren als koraalriffen, het Noordpoolgebied en zijn inheemse gemeenschappen, berggletsjers en hotspots voor de biodiversiteit.

RFC2 / Extreme weersomstandigheden

Hittegolven, zware regenval, droogte, bosbranden en overstromingen met gevolgen voor ecosystemen en de menselijke gezondheid, inkomens en goederen.

RFC3 / Verdeling van de gevolgen

Algemene klimaatgevolgen die sommige gemeenschappen en socio-ecologische structuren buitensporig hard treffen, waaronder kansarme gemeenschappen in ontwikkelingslanden die geografisch kwetsbaarder zijn voor fysieke klimaatdreigingen.

RFC4 / Algemene, globale gevolgen

Gevolgen voor socio-ecologische structuren die globaal en enkelvoudig opgemeten kunnen worden, zoals kapitaalverlies, getroffen levens, uitgestorven soorten of globale achteruitgang van ecosystemen.

RFC5 / Grootschalige, enkelvoudige gebeurtenissen

Relatief grote, plotse en soms onomkeerbare systeemschade door klimaatopwarming, zoals afbrekende ijsplaten of vertragende zeestromen. Zulke gebeurtenissen worden soms tipping points of kritische drempels genoemd.

Toen versus nu…

Toen het IPCC (het klimaatpanel van de VN) deze tool in 2001 in gebruik nam, schatte het dat de risico’s van een temperatuurstijging met 2°C veeleer gematigd zouden blijven: alleen voor bepaalde unieke, bedreigde systemen zou de dreiging hoog worden. In een revisie, acht jaar later (2009), stonden er al meer kolommen in brand. Voortschrijdend inzicht maakte duidelijk dat een stijging met 2°C geenszins als veilig mocht gezien worden. In 2014 voorzag het IPCC de grafiek van een heuse nieuwe kleur, paars, om de steeds grotere redenen tot bezorgdheid nog beter in de verf te zetten.

Bij elke uitgave stelde het IPCC dat de risico’s en gevolgen zwaarder en vroeger zichtbaar zouden worden. Zommers et al (2020) toont dit aan door naar de evolutie te kijken tussen de kolommen in het TAR (2001) en die in het 1.5°C Special Report SR15 (2018). Merk op hoe paars wordt toegevoegd en hoe per kolom de drempels tussen gematigde (gele) en hoge (rode) risico’s lager komen te liggen (bij kleinere temperatuurstijgingen).

Bron: Zommers, Z., Marbaix, P., Fischlin, A. et al. Burning embers: towards more transparent and robust climate-change risk assessments. Nat Rev Earth Environ 1, 516–529 (2020).

We zien de meest frappante evolutie sinds het derde IPCC-rapport (TAR, 2001) in de vijfde kolom (RFC5). In 2001 schatte het IPCC nog dat de temperatuur waarbij het risico op grootschalige enkelvoudige gebeurtenissen (zoals afbrekende ijsplaten) hoog zou worden bij een stijging met 5.5 °C. In hun 1.5°C special report (2018) zag die inschatting er helemaal anders uit: volgens nieuw wetenschappelijk inzicht moest het risico als hoog gezien worden bij een stijging met minder dan 2°C.

Dit werd aangetoond door, onder meer, nieuwe gegevens over het verlies van ijsplaten tijdens het laatste interglaciaal, toen het minder dan 2°C warmer was dan aan het begin van de industrialisatie. Intussen lijken observaties aan te tonen dat de West-Antarctische ijsplaat nu al instabiel wordt. Ook nieuwe bevindingen over de vertragende golfstroom, El Niño (ENSO) en de rol die de Zuidelijke IJszee speelt in de globale koolstofcyclus, droegen bij tot het hoger inschatten van de risico’s bij lagere temperaturen.

Wat zegt het 6de Assessment Report hierover?

Het 6de Assessment Report dat vandaag gepubliceerd werd toont andermaal geüpdatete kolommen. En niet in de goeie zin.

In vergelijking met vorige rapporten (AR5 en SR15)
– stijgen de risico’s voor alle kolommen naar hoog tot zeer hoog bij lagere temperatuurstijgingen
– komt paars (zeer hoge risico’s) voor in alle kolommen (ten tijde van AR5 slechts in twee ervan)
– worden drempelzones met meer zekerheid uitgedrukt

Verder besloot AR6 (Working Group II) met: “De klimaatopwarming beperken tot 1.5°C zorgt er vrijwel zeker voor dat de risico’s bij RFC3, RFC4 en RFC5 gematigd blijven. Helemaal zeker is echter dat de risico’s bij RFC2 dan al hoog zijn, terwijl de risico’s bij RFC1 dan op weg zijn naar zeer hoog.

Met andere woorden:
– Algemene risico’s en gevolgen worden sneller ernstig dan we voorheen dachten
– Zelfs 1.5°C is niet veilig. Tegen dan zullen de risico’s op extreem weer en de gevolgen voor bedreigde ecosystemen al ernstig zijn, dan wel op weg naar zeer ernstig.

Dat is… pijnlijk.

Richting hoge en zeer hoge risico’s

Het IPCC gebruikt de kleurencode ook om specifieke risico’s voor specifieke zaken en systemen aan te duiden. Warmwaterkoralen, bijvoorbeeld, zitten al in de extreme gevarenzone bij een temperatuurstijging van amper 1.1°C, ofwel het huidige niveau…

Of zoals een prominent lid van het IPCC het samenvatte op Twitter: “Koralen zijn zo goed als gedoemd.” Volgens een recente studie zullen er bij een stijging met 1,5°C nog amper geschikte plaatsen zijn voor koralen.


Als we willen beschermen wat ons van het zeeleven rest, moeten we echt zover mogelijk onder de 2°C blijven. Voor de andere ecosystemen geldt grotendeels hetzelfde. Hoe zien de kolommen eruit per regio? Kijk mee.

Wat moeten we daarvan denken?

Niet alleen de kolommen staan in brand: het is onze toekomst die in brand staat. We doen er maar beter alles aan opdat onze overheden en alle industrieën, investeerders en steden de 1,5°C-drempel naar waarde schatten. Laat ons de boodschap van de wetenschappers, die steeds donkerder grafieken leveren, ter harte nemen: het gaat er écht om nu. We gaan grenzen over.

Met de koralen gaat nog méér verloren. Koralen bieden onderdak aan meer dan een vierde van al het zeeleven en zorgen met voedsel, inkomen en kustbescherming voor kustgemeenschappen wereldwijd.

Laat dat even binnenkomen. En zet je boosheid om in actie. Deel dit nieuws, zet je mee achter de wetenschap en toon dat de boodschap aankomt.

#IPCCisAboutMe

Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp