Elke dag verliezen we in Vlaanderen meer dan een voetbalveld aan bos. Dat is veel, zeker als je weet dat Vlaanderen al een van de meest bosarme regio’s van Europa is. Om daar verandering in te brengen, hebben we samen met BOS+ de ontbossing in Vlaanderen in kaart gebracht in een nieuw rapport: ‘Ontbossing in Vlaanderen: onze bossen op wandel.’ Het onderzoek toont dat onze bestaande bossen verdwijnen aan een alarmerend hoog tempo. Hier delen we de belangrijkste bevindingen.

Moerasbos in de zwarte beekvallei in Limburg.
© Yves Adams

We ontbossen meer dan we compenseren

Hoewel er in principe een ontbossingsverbod geldt in Vlaanderen, zien we dat de uitzonderingen op die regel veel te vaak worden toegepast. Zo bleef de oppervlakte vergunde ontbossing tussen 2001 en 2021 verder stijgen, waardoor er 5.088 hectare bos oftewel meer dan een voetbalveld bos per dag werd gekapt. Daar staat wel tegenover dat er nieuwe bossen geplant moeten worden ter compensatie, maar in de praktijk loopt die compensatie minstens 1500 hectare achter. 

Sommige  ontbossingen zijn bovendien vrijgesteld  van compensatieplicht: ontbossing van jonge bossen in landbouwgebied en ontbossing voor het realiseren  van Europese natuurdoelstellingen – zoals heideherstel. Hoewel we uiteraard nood hebben aan een diversiteit van ecosystemen zoals die Europese natuurdoelstellingen beogen, is het betreurenswaardig dat dit bosverlies niet gecompenseerd moet worden.

Als we de rekensom maken tussen de gekende ontbossingen en de boscompensatie voor de eerste drie jaren van deze legislatuur, is de bosbalans negatief. We verliezen meer bos dan we compenseren.

Heilig Geestgoedbos in Oost-Vlaanderen.

Onze bossen lopen weg uit het oosten en uit harde bestemmingen

Bossen op wandel, dat voelt wat vreemd aan toch? Maar onze bossen verplaatsen zich wel degelijk, tussen provincies en tussen grond-bestemmingen. Zo vond de voorbije 15 jaar een derde van de bosverliezen plaats in de provincie Limburg, en een derde in Antwerpen. Dat wordt slechts ten dele gecompenseerd door een versnipperde (her)bebossing in het westen. 

Daarnaast zien we ook dat bijna een derde van onze bossen buiten een groene bestemming liggen en met andere woorden ruimtelijk bedreigd, oftewel ‘zonevreemd’ zijn. In de praktijk leidt dat ertoe dat bossen in harde bestemmingen zoals woon-, industrie- en recreatiegebied gekapt worden en nadien vooral gecompenseerd worden in zachte bestemmingen zoals landbouwgebied.

Zo zien we een netto afname van bossen in de stad van maar liefst 10%. Ook onze meest kwetsbare en waardevolle bossen worden ondanks hun grote ecologische waarde nog steeds gekapt.

Compensatie leidt tot de versnippering en verjonging van onze bossen

De ontbossing en compensatie van onze bossen gaat gepaard met verjonging en versnippering, wat leidt tot minder ecologische kwaliteit. Meer dan de helft van onze bossen is kleiner dan 2,5 hectare en de gemiddelde aaneengesloten oppervlakte van een bos was in 2021 slechts 12,8 hectare. We hebben dus een groot aantal heel kleine bossen, en dat heeft slechte gevolgen voor de biodiversiteit  en voor de kwaliteit van het bos zelf, omdat het meer wordt blootgesteld aan schadelijke milieufactoren zoals stikstof van de autostrade.

Daarnaast zijn jonge compensatiebossen niet vergelijkbaar met oude bossen op vlak van biodiversiteitswaarde, belevingswaarde en koolstofopslag. Oude bossen herbergen een veel grotere biodiversiteit dan jonge compensatiebossen, en ze zijn erg zeldzaam in België. In 2001 was 13% van ons bosgebied Ferrarisbos en 22% ontstaan voor 1850. Een oud robuust bos kan ook wel tot 100 keer meer  koolstof opslaan dan een  jong compensatiebos. Zo draagt ontbossing twee keer bij aan een hogere uitstoot: door het verlies aan bestaande opslag, maar ook doordat verdere opslag in de toekomst wordt verminderd.

Bosanemonen

We moeten verder bosverlies onmiddelijk stoppen

Bossen hebben een belangrijke positieve impact op onze fysieke en mentale gezondheid en dragen bij tot een verkoelend effect tijdens de steeds frequentere hittegolven en beschermen ons tegen overstromingen in perioden van intense regenval. De afname, mobiliteit, verjonging en versnippering van onze bossen is dus alarmerend nieuws. 

Bescherming van oude bestaande bossen draagt op korte termijn veel meer bij aan het behoud van biodiversiteit en koolstofopslag dan het aanplanten van nieuw bos. Daarom eisen BOS+ en Greenpeace een onmiddellijk moratorium op de vernietiging van onze meest waardevolle bossen en een algemene ontbossingsstop tegen 2030. Enkel zo kunnen we de biodiversiteits- en klimaatcrisis afremmen, voor een leefbare toekomst voor ons allemaal. 

De belangrijkste cijfers uit het rapport:

  • Amper 10% van Vlaanderen is bebost. Daarmee is Vlaanderen één van de meest bosarme regio’s van Europa.
  • 31% van de oppervlakte bos en zones met hoge bomen is ‘zonevreemd’ en is met andere woorden ruimtelijk bedreigd.
  • In de bebouwde omgeving was er in de loop van de voorbije twintig jaar een netto afname van bos en zones met hoge bomen van maar liefst 10%.
  • Meer dan de helft van onze bossen is kleiner dan 2,5 hectare.
  • Het mechanisme voor boscompensatie kampt met een achterstand van minstens 1500 hectare sinds 2016.
  • Een compensatiebos kan wel 100 keer minder koolstof opslaan dan een oud robuust bos.
  • In 2001 was 13% van ons bosgebied Ferrarisbos (wat betekent dat het ontstaan is voor 1778). 22% is ontstaan voor 1850.

Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp