Mijn vorige Indonesiëreis eindigde met een mediastorm rond de bosbranden in Riau op het eiland Sumatra. Iets meer dan een maand later keerde ik terug naar Jakarta om te ontdekken dat diezelfde bosbranden misschien veel minder in het wereldnieuws zaten maar nog steeds in alle hevigheid woedden.

Het einde van de bosbrandellende is nog niet in zicht. Toch niet zolang de palmolie-industrie zo’n grote rol blijft spelen in het probleem. De Indonesische overheid startte alvast onderzoeken en ook in Singapore wordt er actie ondernomen tegen eigen bedrijven die betrokken zijn.

Veel beloftes van palmolie-industrie, maar bitter weinig actie

Eén van de Singaporese bedrijven die een rol spelen in de bosbranden is Wilmar International, de grootste palmoliehandelaar ter wereld. Het bedrijf kondigde zelf aan dat ze niet meer zouden samenwerken met toeleveranciers die betrokken zijn bij bosbranden. Een mooie intentie, al is er voorlopig geen spoor van enig concreet bewijs van die voornemens.

RSPO is een rondetafelorganisatie die zogenaamd ‘duurzame palmolie’ promoot en labelt. Zij beloofden actie te ondernemen tegen een handvol bedrijven. Ook daar is niet veel van in huis gekomen, zoals je kan lezen in ons rapport. RSPO dus zwaar tekort, aangezien vier op de tien vuurhaarden in Riau tijdens in de eerste helft van dit jaar zich in RSPO-gecertificeerde concessies bevond.

Duurzaamheidslabel doorprikt

Het is al lang geen geheim meer dat RSPO er niet in slaagt een vuist te maken of de link tussen palmolie en ontbossing door te knippen. Onze analyse toont duidelijk aan dat de ontbossing bij RSPO-leden ongestoord doorgaat, al plakken producten wel zonder scrupules een duurzaamheidslabel op hun waren. Dat is het geval in Indonesië, maar ook in Afrika ontspint zich een gelijkaardig scenario. Palmolieproducent Herakles laat uitschijnen dat ze de RSPO-regels braaf respecteren, terwijl in werkelijkheid het Kameroenese oerwoud eraan moet geloven.

De klanten van Wilmar en andere traders, maar ook de merken die jij en ik in de supermarkt kopen, gebruiken RSPO momenteel om hun toevoerketens ontbossingsvrij en hun palmolie zogenaamd duurzaam te houden. Behoorlijk verontrustend is dat. Ongeveer 250 bedrijven die Greenpeace wereldwijd aanschreef, bevestigden dit. En ze zitten ook op de Belgische markt, sommige zelfs met hun hoofdkwartier.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Weg met palmolie

Het feit dat palmolie de grootste drijfveer is achter de ontbossing in Indonesië zal die Belgische bedrijven hopelijk twee keer doen nadenken. Om het eenvoudig te stellen: vertrouwen op RSPO staat op dit moment gelijk aan een groen licht voor verdere ontbossing. Die gaat ten koste van het klimaat, van de lokale bevolking en van bedreigde diersoorten zoals de Sumatraanse tijger.

En dus is het hoog tijd dat bedrijven verder gaan dan RSPO. Sommige doen dat nu al en trachten te garanderen dat ontbossing uit de palmolieketen verdwijnt. Zulke engagementen zijn een positieve houvast, en ik hoop dat ze er op termijn voor zullen zorgen dat bosbranden op grote schaal van het palmolietoneel verdwijnen. Dit keer zal mijn Indonesië-reis helaas opnieuw eindigen met hetzelfde verhaal.

Maar in de nabije toekomst willen we nog meer bedrijven ervan overtuigen om voor ontbossingsvrije palmolie te kiezen. Daarvoor hebben we je jouw hulp nodig. Houd ons in de gaten als je wil weten hoe we die klus samen klaren.