Deze tekst is een inkorting van de tekst die verscheen bij MO*Magazine. Auteurs: Greet Brauwers en Raf Custers.

Op uitnodiging van journalisten Greet Brauwers en Raf Custers gingen de leden van Greenpeace Youth in gesprek met een activiste van de Cookeilanden. Het werd een gesprek over onder meer diepzeemijnbouw en klimaatactie. Deze gastblog werd geschreven door de twee journalisten, die het gesprek meevolgden vanop de Cookeilanden.

De jongeren van Greenpeace Youth.

Halftien ’s avonds in Rarotonga, zaterdag 15 oktober, de nacht is al volop ingezet. Van ons logies staan alle deuren en ramen open, hier is de lente één maand jong. We hebben een lokale gaste op bezoek. We noemen haar Alexandra. Ze is rond de 20. Ze wil niet dat haar naam in deze blog publiek wordt, want in haar gemeenschap kent iedereen iedereen. 

Tegenover ons, aan de andere kant van de aardbol, zit een groep jongeren van Greenpeace Youth Belgium. Daar is het nu zondagochtend, halftien, en koud, kennelijk: “twaalf-dertien graden en miezerig”, de Belgische jongeren kruipen in warme sweaters. De avond tevoren hebben zij de virtuele meeting grondig voorbereid en ons tekeningen, filmpjes en een vragenlijst gestuurd.

We organiseren deze uitwisseling als onze bijdrage aan 1Planet4All, een initiatief van 11.11.11. Ons gesprek vindt plaats een week voor de Klimaatmars in Brussel. In België zegt iemand: “We komen op straat omdat we erg bezorgd zijn over de klimaatcrisis. Maar het is ook leuk. Het is zoals groepstherapie. Je voelt dat je niet alleen bent, we zijn allemaal samen.” Onze gaste hoort het met grote bewondering. 

Hoe zit het dan met acties in de Cookeilanden, vraagt Brussel? Hier worden zelden protestacties gevoerd, zegt Alexandra. Zij weet alleen van enkele betogingen tegen omstreden visserij-wetten, “hier is een gebrek aan actie, het is moeilijk, we hebben hier geen platform”. Veel mensen krijgen jobs van de overheid, “dus we zijn bang”. 

Céline in België wil weten hoe de Cookeilanden de klimaatverandering voelen? “Het zeeniveau stijgt natuurlijk, maar we voelen het op nog veel meer manieren. De vissers wisten het al lang voor de wetenschappers, ze merken dat de temperatuur van het water stijgt en dat er minder vis is. Door de hogere temperaturen is het ook moeilijker om gewassen te telen. De koraalriffen zijn kwetsbaarder. En natuurlijk zijn er de cyclonen, die vaker voorkomen en meer intens zijn.” 

Diepzeemijnbouw

En er is de betrekkelijk nieuwe kopzorg van de diepzeemijnbouw. Onze vraag aan de Belgische groep: hoeveel van jullie hebben al van die nieuwe industrie gehoord? De meerderheid, zo blijkt. 

Polymetallische nodules, daar is het om te doen. De oceaanbodem rond de Cookeilanden Is er rijk aan. Altijd opnieuw hoor je hier dat er 12 miljard ton van die nodules op de zeebodem liggen: zomaar los op de bodem, niet erin. Volgens de regering zou dat exploitatie zonder al te veel milieuschade mogelijk maken. Het zou het land belangrijke nieuwe inkomsten opleveren. 

Het argument slaat aan, na twee zware corona-jaren, toen de toeristische sector stilviel. 

De nodules zijn knikkers die grote concentraties metalen bevatten, en precies die metalen die de grote technologie-ondernemingen in de toekomst zeggen nodig te hebben. In sommige gebieden in de territoriale wateren van de Cook Islands liggen er grote hoeveelheden van die nodules. In die knollen zit gemiddeld meer titanium en kobalt dan in nodules uit gelijkaardige gebieden in de Stille en de Indische Oceaan. Het maakt van de Cook Islands een uniek en toekomstig wingewest voor de diepzeemijnbouw.

Maar of deze nieuwe industrie van start moet gaan of niet wordt hier druk bediscussieerd. Alexandra wil diepzeemijnbouw niet zomaar afschrijven. Zij ziet voor- en nadelen: “Er kunnen veel economische voordelen zijn, dus je kan diepzeemijnbouw niet zomaar afschrijven. Maar dit kan ook veel schade teweegbrengen. Dit moeten we mee in rekening nemen. De inwoners van de Cookeilanden zijn één met de oceaan. Het is Marae Moana, de heilige oceaan. Onze focus ligt op het beschermen van waarden die al eeuwen bestaan.”

Drie buitenlandse ondernemingen hebben licenties gekregen om in afgebakende zones aan exploratie te doen, en te zien hoe daar de nodules kunnen worden weggehaald. Onder deze ondernemingen is ook de Belgische firma Global Sea Mineral Resources (GSR) – een filiaal van de baggergroep DEME. Zij plant een eerste expeditie naar haar licentie-gebied voor 2023.

Daarbij sluit de volgende vraag uit België aan: “Er is een Belgisch bedrijf betrokken. Wat kunnen we in België doen om te helpen?”

 “Het zou geweldig zijn als jullie in België kunnen laten horen dat de inwoners van de Pacifische eilanden aan de grote landen willen communiceren dat wat ze doen, niet juist is. Het is niet juist om te blijven nemen van de inwoners van de Pacifische eilanden. Schade aan het milieu is het duurste dat er is. We zullen deze kosten voor eeuwen moeten betalen. Grote landen moeten dit beseffen.”

Greenpeace Youth met spandoek ‘Stop Diepzeemijnbouw’ op de Klimaatmars in Brussel op 23 oktober 2022.

We sluiten af. Hoe kunnen we voortwerken? Alexandra: “Ik ben ervan overtuigd dat we in de toekomst wetenschap en traditionele kennis samen nodig zullen hebben. Samen zullen ze oplossingen vormen die meer succes zullen hebben dan wanneer ze afzonderlijk staan”.

Samenwerking en communicatie zijn er ook op globale schaal nodig: “Ik heb al jullie vragen met plezier beantwoord. Maar, wees ervan bewust dat dit slechts mijn mening is. Iedereen heeft een punt. Als we kunnen communiceren, dan kunnen we samenwerken om verandering tot stand te brengen.”

Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp