Sinds de recente publieke acties en communicatie van onder meer  Greenpeace en WWF zit de diepzeemijnbouwindustrie in het defensief. Bedrijven als het Belgische GSR hebben nieuwe communicatielijnen bedacht die de ware reden voor hun race naar het nieuwe goud op de bodem van de oceaan lijken te verhullen. 

Het rookgordijn van de diepzeemijnbouwindustrie

Een aantal drogredenen om mineralen te gaan exploiteren in de diepzee legden we in 2019 al bloot. Diepzeemijnbouw is niet nodig voor de groene technologieën van de toekomst, zoals de industrie beweert, en zal ook de problemen met mensenrechten bij de mijnbouw op land niet oplossen. 

Teken onze petitie tegen diepzeemijnbouw

Toekomstvisie

Het nieuwe antwoord van GSR en het Canadese DeepGreen klinkt alsof ze ’t samen bedacht hebben: in reactie op de NGO-campagnes antwoordden de twee bedrijven bijna identiek hetzelfde. Volgens hen delen we dezelfde doelstellingen voor een duurzame toekomst, maar verschilt alleen de manier waarop we daar willen geraken. 

Dat is een handige poging om de realiteit trachten te verdoezelen, want een duurzame toekomst ziet er volgens ons toch enigszins anders uit dan wat deze bedrijven voor ogen hebben. In onze toekomstvisie bouwen we namelijk geen koolstofneutrale samenleving op de verdere vernietiging van de aarde. En hoe je het ook draait of keert: diepzeemijnbouw is een industriële activiteit die het grootste ecosysteem van de planeet bedreigt. 

Wetenschap 

Het rookgordijn van de diepzeemijnbouwindustrie

WWF en Greenpeace roepen volgens beide bedrijven ook op tot hetzelfde wetenschappelijk onderzoek dan wat zij (laten) uitvoeren in functie van de ontwikkeling van diepzeemijnbouw. 

Het is niet altijd makkelijk nuance te brengen in het publieke debat over wetenschap. We zouden het dan ook niet beter kunnen zeggen dan een groep van meer dan 30 vermaarde diepzeewetenschapper.ster.s: “onderzoek om te begrijpen hoe de ecosystemen van de diepzee in mekaar zitten en vitale processen ondersteunen, is van een andere aard dan onderzoek in functie van exploratiecontracten voor diepzeemijnbouw. Het eerste heeft als doel om te leren en te ontdekken en de wetenschappelijke kennis over het grootste ecosysteem op aarde te vergroten, het tweede dient om het economisch potentieel van exploitatie te kunnen inschatten”. 

Met andere woorden: het is best zorgwekkend dat de diepzeemijnbouwindustrie verwarring schept over de doelstellingen van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. En hoe gaan GSR en DeepGreen ervoor zorgen dat hun commerciële belangen het wetenschappelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd op hun testsites niet beïnvloeden? 

Op die vraag kregen we nog geen duidelijk antwoord. 

Oceanen vernielen om bossen te redden

Het rookgordijn van de diepzeemijnbouwindustrie

De twee bedrijven geven ook aan dat ze bereid zouden zijn om niet door te gaan met diepzeemijnbouw als zou blijken dat het schadelijker is dan mijnbouw op land. 

Dat die laatste grote gevolgen heeft voor waardevolle ecosystemen zoals bossen is een feit en daar moet dringend wat aan gedaan worden. Maar diepzeemijnbouw zal de mijnbouw op land niet stoppen. Dat is een valse vergelijking. 

Bovendien bestaat er geen internationaal verdrag of zijn er geen regels die aangeven dat bossen en andere waardevolle ecosystemen op land gered moeten worden door het probleem te verplaatsen naar de oceaan. 

De kop van het diepzeemijnbouwpeloton negeert zo de echte oplossingen: sterke akkoorden en beleid voor zowel de bescherming van de oceanen als de bossen, een ander mobiliteitssysteem met minder auto’s op de weg, mineraalzuinige en innovatieve batterijtechnologie en – design en een circulaire deeleconomie.  

Het is ongetwijfeld erg pijnlijk voor GSR en DeepGreen dat bekende merken in relevante sectoren nu al duidelijk stellen dat ze geen mineralen uit de diepzee willen. De bocht waarin de fans van de diepzee-exploitatie zich moeten wringen, wordt steeds krommer. 

Risico’s versus voordelen

GSR en DeepGreen stellen beide dat ze niet zullen doorgaan met diepzeemijnbouw als blijkt dat de risico’s groter zijn dan de voordelen. 

Het wetenschappelijk bewijs dat diepzeemijnbouw een groot risico inhoudt voor mariene ecosystemen, ligt vandaag al op tafel. Als de industrie het voorzorgsbeginsel zou toepassen, dan moet ze haar ambities om nieuwe mijnbouwsites te creëren in de diepzee vandaag meteen opbergen. Maar dat leggen de twee belangrijkste protagonisten duidelijk naast zich neer. 

Daarom is het van het grootste belang dat de beslissing om al dan niet door te gaan met mijnbouw in de diepzee niet door de industrie zelf genomen wordt. 

Dat is een beslissing in het publiek belang, en dus een politieke beslissing. Idealiter wordt ze op internationaal niveau getroffen, want de diepzee is deel van het gezamenlijk erfgoed van de mensheid. Helaas ontbreekt het de organisatie bevoegd voor de zeebodem, de Internationale Zeebodemautoriteit, aan de nodige transparantie en wordt ze gedomineerd door industriële belangen. 

En dus is het hoog tijd dat de betrokken nationale overheden kleur bekennen: willen ze de oceanen beschermen of gaan ze toch door met het steunen van nieuwe, destructieve industrieën? 

De Belgische regering schijnt het niet goed te weten, want ze blijft op beide paarden tegelijk wedden. Roep daarom bevoegd minister Van Quickenborne op om de Belgische steun aan diepzeemijnbouw stop te zetten en akkoord te gaan met een moratorium. 

Teken onze petitie tegen diepzeemijnbouw Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp
Facebook Facebook Instagram Instagram Twitter Twitter YouTube YouTube Pinterest Pinterest