Ons land is momenteel druk in de weer om de nationale biodiversiteitsstrategie te actualiseren. De publieke consultatie over het ontwerpplan eindigt op 24 september. Greenpeace analyseerde de kladversie van deze strategie en stelt vast dat ons land grote moeite heeft met het uitwerken van ambitieuze en meetbare doelstellingen. België mist ook een belangrijke deadline: de strategie zal niet op tijd klaar zijn om ze te kunnen presenteren tijdens de volgende biodiversiteitstop (COP16) die eind oktober plaatsvindt in Colombia.
Een geactualiseerde Belgische biodiversiteitsstrategie
Als ondertekenaar van het Verdrag inzake Biologische Diversiteit moet ook ons land haar nationale biodiversiteisstrategie tot 2030 actualiseren. De update is bedoeld om de Belgische doelstellingen op één lijn te brengen met het mondiaal biodiversiteitskader van Kunming-Montreal en de Europese Biodiversiteitsstrategie 2030. Dit is een belangrijke oefening die de concrete maatregelen moet vastleggen die ertoe zullen bijdragen dat we tegen 2030 het wereldwijde verlies aan biodiversiteit kunnen stoppen.
Op 24 juni startte ons land daarom een publieke consultatie over de ontwerpversie van de geactualiseerde strategie. Hiermee krijgen alle Belgische burgers en belangenverenigingen de kans om hun mening te geven over deze ontwerptekst en kan onze overheid deze feedback mee verwerken in de finale versie. De consultatie loopt nog tot en met 24 september 2024.
Te vaag om resultaten van het beleid te kunnen evalueren
Het is nu al duidelijk dat de geactualiseerde biodiversiteitsstrategie pas begin 2025 klaar zal zijn. Ons land riskeert hierdoor geen goede beurt te maken op biodiversiteitstop (COP16) die van 21 oktober tot 1 november plaatsvindt in Cali, Colombia.
Het secretariaat van de CBD vroeg aan alle landen die het CBD-verdrag hebben ondertekend om tegen 1 augustus hun doelstellingen voor het behoud van de biodiversiteit te rapporteren via een online reporting tool . Op die manier wil het CBD-secretariaat een analyse van al deze doelstellingen maken om die tijdens COP16 in Colombia te bespreken. Dat België niet het enige land is dat deze deadline heeft gemist, is een magere troost. De Europese commissie bijvoorbeeld kreeg het wél voor elkaar om hun doelstellingen voor de implementatie van het biodiversiteitsraamakkoord tijdig te rapporteren.
Om zo’n strategie in beleidsdaden om te zetten, is de actieve steun nodig van alle leden van de regering(en) van ons land en moet de strategie worden toegepast in alle sectoren en beleidsdomeinen (landbouw, visserij, bosbouw, ontwikkelingssamenwerking, financiën, buitenlands beleid, …). In ons land is de ingewikkelde staatsstructuur een extra complicerende factor. Zo zijn Ontwikkelingssamenwerking en de bescherming van de Noordzee federale bevoegdheden, terwijl landbouw en waterbeleid gewestelijke bevoegdheden zijn. Het gebeurt dan ook geregeld dat ons land geen standpunt kan innemen over internationale klimaat- en biodiversiteits-kwesties omdat er geen overeenkomst kan worden gevonden tussen de federale en de gewestelijke niveaus.
Waar zijn de financiële hefbomen?
Juist omdat de in het ontwerpplan geformuleerde doelstellingen zo vaag zijn, is het ook niet mogelijk om te becijferen hoeveel extra geld ons land zou moeten besteden om dit plan uit te voeren.
Één van de grootste pijnpunten in het internationaal beleid op vlak van biodiversiteit is de “funding gap”. Er is véél te weinig geld om de ambitieuze plannen die eind 2022 in Montreal werden vastgelegd, te realiseren. Alle partijen van de CBD moeten dus extra financiële inspanningen leveren.
In de ontwerpversie van de geactualiseerde Belgische biodiversiteitsstrategie blijft het uiterst vaag of en op welke manier ons land extra financiële middelen zal vrijmaken. Er werd in Montreal ook bepaald dat alle partijen tegen 2025 moeten identificeren welke subsidies verleend worden die de biodiversiteit schade toebrengen. Wereldwijd is het de bedoeling dat dergelijke perverse subsidies geleidelijk worden afgebouwd met minstens 500 miljard dollar per jaar tegen 2030. Ons land heeft die perverse subsidies echter nog niet in kaart gebracht. We zijn dus zeker nog niet klaar om deze subsidies vanaf 2025 geleidelijk aan af te bouwen.
Belgische voetafdruk op biodiversiteit in het buitenland aanpakken
Door onze open economie heeft ons land een proportioneel grote negatieve impact op de biodiversiteit in het buitenland. Denk maar aan de invoer van producten zoals hardhout uit Centraal Afrika, soja uit Brazilië, palmolie uit Maleisië en Indonesië en cacao (Afrika) waarvoor – bossen gekapt worden. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek becijferde dat zo’n 95 % van de negatieve impact op de biodiversiteit door de Belgische consumptie, zich in het buitenland manifesteert. Ook toerisme en industriële activiteiten van Belgische bedrijven in het buitenland kunnen milieuschade aanrichten. De schade die ons land in het buitenland aanricht, is misschien amper zichtbaar voor Belgische burgers, maar is daarom niet minder ernstig en verdient dus ook blijvende aandacht.
Biodiversiteit- en klimaatbeleid moeten hoger op agenda van onze nieuwe regeringen
Voor Greenpeace is een nieuwe Belgische biodiversiteitsstrategie meer dan een verplichte taak die door het CBD-verdrag wordt opgelegd. Een ambitieus klimaat-en biodiversiteitsbeleid zou een prominente plaats moeten krijgen in de nieuwe regeerakkoorden die momenteel onderhandeld worden. Dat zijn we als welvarend land verschuldigd aan de landen in het Globale Zuiden en aan de toekomstige generaties.