Wat heeft de EU zoal in de pijplijn zitten qua handel? Met een afzetmarkt van zo’n 750 miljoen inwoners is de EU allerminst een kneusje, wél een waardevolle zakenpartner waar veel landen graag mee samenwerken.

Toch zien we een terugkerend patroon: de EU zwakt haar idealen (Vrijheid! Gelijkheid! Democratie!) graag wat af in naam van de vrijhandel. Dat heeft te maken met de werking van de EU, waarbij bedrijven lobbygroepen kunnen oprichten om te wegen op de leden van de Europese Commissie. Zij stellen wetten voor en leiden de onderhandelingen in naam van de hele EU.

Een multinational kan bijvoorbeeld zorgen dat een handelsakkoord een uitzondering bevat op bepaalde goedkope maar gevaarlijke pesticiden, waardoor er hier besmet voedsel op de markt. Bovendien kan zo’n bedrijf onder veel van deze handelsverdragen ook de jurisdictie van een land omzeilen door zelf een rechtbank aan te stellen die een land kan aanklagen. Andersom gaat dat niet. Al gehoord van deze investeerder-staatarbitrage?

Het is dus belangrijk om de onderhandelingen over handelsverdragen in de gaten te houden. Er kunnen altijd industriële belangen meespelen die ons milieu en onze sociale rechten schaden, zoals bijvoorbeeld het geval is bij TTIP en CETA, de handelsverdragen met respectievelijk de VS en Canada.

Wat kan jij doen?

Greenpeace stelde tien principes op waaraan een handelsakkoord volgens ons zou moeten voldoen.. Daarmee staan we handel niet in de weg, maar moedigen we politici aan om te kiezen voor duurzame, gezonde deals.

Jij kan ons helpen door de gelekte documenten van die geheimzinnige handelsakkoorden op te volgen via www.trade-leaks.org. Zo kan je samen met ons controleren of de onderhandelingen eerlijk verlopen, of ze aan onze principes beantwoorden, en of ze goed zijn voor onze planeet. Is dat niet het geval? Laat dan je stem horen! Hoe meer we protesteren op straat, via mail, of via petities, hoe groter de kans dat deze handelsdeals wél respect hebben voor ons milieu en onze wetten. Maak op alle mogelijke manieren duidelijk dat het beter kan en beter moet.

Er zijn ook andere akkoorden in de maak, en wel met Japan, Latijns-Amerika, en een globaal verdrag. Zie je door de bomen het bos niet meer? Geen zorgen: het is minder ingewikkeld dan het lijkt.

Over welke verdragen hebben we het?

Al deze verdragen lijden aan een gebrek aan transparantie, geven voorrang aan bedrijven, en bedreigen ons milieu (door laksere milieuwetten), onze gezondheid (door laksere voedselveiligheid), en ons rechtssysteem (door bedrijfsrechtbanken).

  1. JEEPA: zorgt de EU beter voor onze bedrijven dan voor ons in de deal met Japan?

De EU probeert allereerst een betere toegang te krijgen tot de Japanse markt, die doorgaans goed wordt afgeschermd voor buitenlandse bedrijven. Dit akkoord, dat dus de Japanse economische oester wil openpeuteren, heet JEEPA (Japan Europe Economic Partnership Agreement). Op 17 juli 2018 werd het akkoord na lang onderhandelen getekend, maar echte nauwe samenwerking laat voorlopig nog wat op zich wachten.

Misschien zegt de naam JEEPA je weinig. Vroeger luisterde het verdrag naar de naamJEFTA (Japan-EU Free Trade Agreement). Potato, PotatoeIn ieder geval is het opletten geblazen. Want het geruzie over eerdere handelsakkoorden zoals CETA toont aan dat de EU  niet zo transparant werkt als ze beweert. De onderhandelingen zijn immers al geruime tijd bezig, en de Europese Commissie heeft steeds in het donker gewerkt. Het duurde járen vooraleer het de eerste documenten over de JEEPA-onderhandelingen publiek maakte.

Waar knelt het schoentje? Winst lijkt belangrijker dan het milieu

JEEPA leidt aan de gebruikelijke problemen met handelsakkoorden, namelijk de voorrang van winst op het milieu en een gebrek aan transparantie over de onderhandelingen. Daarnaast is er nog een specifiek Japans probleem. Japan voert bijzonderlijk veel hout in – logisch, als relatief klein en dichtbebouwd eiland – maar het akkoord zegt bitter weinig over de invoer van illegaal hout.

Het treedt dus niet op tegen illegale boomkap en beschadigt zo ook onze leefomgeving. Dat terwijl de Europese Commissie beloofde dat JEEPA rekening hield met het milieu en hoge beschermingsnormen zou bevatten. Hieruit blijkt dat de Europese Commissie bij deze verdragen meer oog heeft voor bedrijven dan voor haar eigen burgers en haar eigen planeet.

  1. Latijns-Amerika: speelt de EU ruilhandel met onze voedselveiligheid?

De EU onderhandelt momenteel over een akkoord tussen de EU en Mercosur. Dat klinkt misschien als een planeet in een ver zonnestelsel, maar het is simpelweg de gemeenschap van Argentinië, Paraguay, Brazilië en Uruguay. Beide partijen proberen de handel in hun sleutelsectoren op te drijven: Mercosur wil vooral vlees en soja exporteren, terwijl de EU vooral auto’s, energie, en financiële diensten naar Latijns-Amerika wil uitvoeren. Het oorspronkelijke plan was om eind 2017 een deal te bereiken, maar de onderhandelingen liepen flinke vertragingen op. Helaas maalt het proces traag maar zeker: Mercosur stond eind 2018 op het punt om goedgekeurd te worden.

Waar knelt het schoentje? Winst lijkt belangrijker dan gezondheid

De context van het EU-Mercosurverdrag is alvast niet opbeurend. Ten eerste er zijn al leiders van inheemse gemeeenschappen en milieu-activisten vermoord, wat al aangeeft dat er duistere belangen in het spel zijn. Ten tweede wordt Brazilië ernstig verdacht van corruptie.

Verder zijn de belangrijkste sectoren van het verdrag niet bepaald milieuvriendelijk. Voor Latijns-Amerika betekent meer handel in de auto-industrie ook meer vervuiling en dus slechtere luchtkwaliteit, en meer vlees- en sojateelt brengt meer ontbossing met zich mee. Voor Europa zijn er nog andere risico’s, zoals bijvoorbeeld voedselveiligheid.

De EU heeft strenge wetten als het op voedselimport aankomt, maar het risico bestaat dat de Europese Commissie op dit vlak toegevingen wil doen aan Mercosur. Zo zouden bedrijven meer winst kunnen maken, maar wel ten koste van onze gezondheid.

Net als CETA, TTIP, en JEEPA speelt dit verdrag vooral in de kaart van multinationals. Die grote bedrijven kunnen een negatieve invloed hebben op de rechten die wij als Europese burgers verkregen hebben. Gezien de vermoedelijke corruptie bij de onderhandelingen van het verdrag zou het voltooien van deze deal dus slecht nieuws zijn voor ons voedsel – mocht je een biefstuk op je bord vinden, besnuffel je die toch best twee keer.

  1. Het wereldwijde verdrag TiSA: waarom moet alles zo geheimzinnig?

TiSA, of Trade in Services Agreement, is nog zo’n creatief kunststukje. Het verdrag zou de handel bevorderen tussen maar liefst 50 landen over de hele wereld die samen goed zijn voor meer dan 70% van de wereldeconomie. De insteek van dit verdrag is dat het zich richt op diensten, zoals vervoer of energie, in plaats van goederen.

Waar knelt het schoentje? Ons energiebeleid in handen van multinationals

TiSA blinkt uit in geheimdoenerij. Dat gebrek aan transparantie is bijzonder onrechtvaardig, want het verdrag wil een specifiek economisch model opleggen aan de hele wereld, terwijl de meerderheid van de wereldbevolking niet eens tot de deelnemende landen behoort.

Onder TiSA zouden overheidsdiensten bliksemsnel geprivatiseerd kunnen worden, zelfs in ons land. Dat bleek uit een rapport van Global Justice Now en ATTAC.

Toch is dat nog niet het ergste: ons milieu kan zware klappen krijgen doordat TiSA de energiesector zo sterk wil omvormen (onder luid protest van vele belangengroepen). Ten eerste maakt het geen onderscheid tussen vervuilende en propere energiebronnen, en ten tweede zou het energiebeleid van een land niet meer in handen zijn van de overheid, maar in die van multinationals. Nu kan onze overheid nog zelf beslissen over haar energiebronnen en dergelijke, maar door TiSA zou ze veel minder vrijheid krijgen.